Column Patty Brard
05/03/2014
Zoals bij mij wel vaker het geval is, maakte ik van mijn hart geen moordkuil toen mij gevraagd werd Bonje Met De Buren met Jochem van Gelder te gaan presenteren. Ik vond ons maar een raar setje samen. Ik heb hem en de zender dan ook eerlijk gezegd dat we het maar niet moesten doen. Niet met mij in elk geval.
Ook al omdat ik wel een beetje klaar was met programma’s op locatie draaien, wat tegenwoordig een vermoeiende bezigheid is. Uit geldgebrek moet je je stipt aan de tijd en de vragen houden met interviewen en als de een staat te interviewen, wacht de ander in de auto. Poedert zichzelf daar ook bij en gaat naar de wc bij de plaatselijke fritestent. Maar na lang aandringen ben ik de uitdaging toch aangegaan en er moeten mij nu al een paar dingen van het hart. Ten eerste, werken voor Talpa, de productiemaatschappij van John de Mol, is toch anders. We hebben een camper om ons in terug te trekken, krijgen normaal te eten en te drinken en er wordt nog gedacht in programmamaken. Twee cameraploegen, die gerust overuren mogen maken als wij vinden dat we toch nog door moeten draaien. Een fantastisch clubje, onder de bezielende leiding van een geweldige eindredacteur, die de dingen nog laat gebeuren zoals ze gebeuren in plaats van alles dood te regisseren omdat het anders te veel tijd kost. Gewoon lekker ouderwets televisiemaken. Ten tweede, Jochem van Gelder is een prima kerel, met een totaal onderbelicht gevoel voor humor. Sterker nog, ik ken geen ander die er zo de moed inhoudt als Jochem. We rijden weleens samen naar een locatie, de laatste carnavalshits luid meekrijsend. We delen in de camper video’s van onze hondjes, wachtend tot een van de ruziënde buren thuiskomt. We overleggen, kijken tussendoor stiekem naar het schaatsen op een laptop en snellen vervolgens midden in de nacht weer huiswaarts. Want Jochem en ik delen nog een ander ding: we zijn allebei het liefst thuis. Hij kan net zo lekker opscheppen over zijn grote liefde Gabriëlla en hun drie zoons als ik over mijn Antoine. Eigenlijk zijn we allebei zo burgerlijk als de pest. Een match made in heaven!