Column Marc van der Linden
13/03/2014
Sinds we een koning en een koningin hebben, is het koningschap nog meer een duobaan geworden. Formeel is natuurlijk alleen Willem-Alexander het staatshoofd, maar zijn vrouw wordt bij veel zaken betrokken en is zijn belangrijkste adviseur. Dat was ook zo in het huwelijk van Beatrix en Claus.
In haar afscheidstoespraak zei de vroegere koningin dan ook: ’Door zijn nuchtere waarneming en relativerende benadering heeft hij bijzonder veel voor mij betekend. Met zijn inspanning voor ruimtelijke ordening, milieu, ontwikkelingssamenwerking en cultuur heeft hij de aandacht gericht op essentiële onderwerpen in de samenleving. Onze zonen heeft hij jong geleerd een open oog te hebben voor ontwikkelingen in de maatschappij en noden in de wereld. Zo heeft Prins Claus ook ons Huis dichter bij de tijd gebracht. Wellicht zal de geschiedenis uitwijzen dat de keuze voor deze echtgenoot mijn beste beslissing is geweest.’
De rol van de partner van het staatshoofd is dus belangrijk, maar tegelijkertijd wordt er ook op gelet dat die een eigen werkgebied heeft. Voor Claus lag dat bij ontwikkelingssamenwerking, voor Máxima is dat financiën. Koningin Máxima zet zich niet alleen in Nederland, maar ook in het buitenland al jarenlang in voor het vergroten van toegang tot financiële diensten, het verbeteren van consumentenbescherming en andere financiële vaardigheden. De koningin reist voor deze werkzaamheden naar landen waar arme mensen nog niet voldoende toegang hebben tot financiële diensten en praat in die landen met de overheid. Haar titel opent deuren die voor anderen gesloten blijven. Maar ze doet dat niet als vertegenwoordiger van Nederland, maar van de Verenigde Naties. Er zullen mensen zijn die zich afvragen of het nou nodig is dat Máxima er nóg een baan bij heeft. Het leven als echtgenote van het staatshoofd en moeder van drie jonge kinderen is immers al druk genoeg. Maar juist met zo’n openbaar leven is het belangrijk dat iemand ook iets kan doen op het eigen vakgebied. Máxima was voor haar huwelijk bankier en heeft altijd in de financiële sector gewerkt. Dit extra werk geeft dus voldoening omdat ze gebruik kan maken van haar vakkennis. In het verleden is gebleken hoe belangrijk dit voor de partners van het staatshoofd was. Prins Claus kon na een depressie een nieuwe start maken mede omdat hij inspecteur-generaal van het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking was geworden. Het werd zijn lust en zijn leven. En prins Bernhard was jarenlang inspecteur-generaal van de strijdkrachten, totdat hij deze functie moest inleveren vanwege het aannemen van steekpenningen. Ondanks deze pijnlijke aftocht bleek de band tussen hem en het leger onverbrekelijk. Máxima, Claus en Bernhard hebben hun eigen werkgebied vooral te danken aan prins Hendrik, de echtgenoot van koningin Wilhelmina. Hij kreeg geen eigen werk en werd daardoor min of meer veroordeeld tot een leven vol verveling, aangezien hij door zijn vrouw ook niet bij haar werk werd betrokken. Het maakte Hendrik ongelukkig en uiteindelijk ook zijn huwelijk. En dat had weer gevolgen: buitenechtelijke affaires en diverse buitenechtelijke kinderen. Er zijn wijze lessen geleerd van het voorbeeld van Hendrik.