Eerlijk tegen Willem-Alexander
09/09/2023
Deze column is gepubliceerd in Weekend nummer 36
Door Rick Evers
Zo’n twee keer per jaar gaan koning Willem-Alexander en koningin Máxima op streekbezoek. De commissaris van de Koning bereidt een programma voor, het paleis geeft daar een ’go’ op en vervolgens gaat het koningspaar een dag op pad.
Ze komen aan met de koninklijke Audi, die ze al gauw verruilen voor de koninklijke minibus. Daarin kunnen ze samen met onder meer de burgemeester, de commissaris, de kamerheer en hun eigen persoonlijk adviseur van A naar B gaan en ondertussen verder praten over de onderwerpen die op de agenda staan. Lekker luxe lunchen? Welnee, de lunchpakketjes staan klaar in de bus, wel zo efficiënt.
Persoonlijk vind ik streekbezoeken de allerleukste bezoeken die er zijn. Als verslaggever loop je vlak achter ze aan en krijg je veel mee van de gesprekken die Willem-Alexander en Máxima voeren met ’de gewone Nederlander’. Dus toen de uitnodiging van de RVD kwam voor een bezoek aan de Gelderse Vallei heb ik me direct aangemeld. Deze bezoeken geven inzicht in wat Willem-Alexander en Máxima kunnen betekenen voor de maatschappij. Macht hebben ze officieel niet. Ik zie ze meer als een soort oer-influencers. En dat is óók een bepaalde macht. Hun woorden en daden kunnen ver reiken.
Ik herinner me dat tijdens een eerder bezoek een wethouder of burgemeester mooi weer speelde, terwijl een betrokken bewoner aan dezelfde tafel voelbaar wat anders vond. “Ik wil het graag van hém horen”, zei de koning toen de bobo tóch weer het woord nam. Willem-Alexander kan die verhalen daadwerkelijk mee terug nemen naar Den Haag en bespreekbaar maken bij de premier, die bijna wekelijks langskomt op het paleis. Of een gesprek erover aanvragen met een van de ministers. Als staatshoofd heeft hij de rechten om te worden ingelicht, om aan te moedigen en te waarschuwen. Willem-Alexander en Máxima hebben door hun talloze bezoeken door het hele land veel meegemaakt en dat merk je. “Zoiets zagen we in Limburg, ga eens kijken bij dat project”, heb ik weleens gehoord, om mensen op weg te helpen. Het is een van de verbindende krachten van een monarchie.
Dit keer begonnen de koning en koningin in het gehucht Appel, waar ze de burgemeesters van de vijf gemeenten ontmoetten die deze dag samen met commissaris John Berends gastheer of gastvrouw waren. De koninklijke limousine stopte al om 9.54, te vroeg, maar de tijd bleek hard nodig. Bijna elk gesprek werd wel afgebroken met: “We moeten door, Majesteit”. De minibus stopte in Nijkerk, Barneveld, Scherpenzeel, Ede, Bennekom en Wageningen.
Wat me opviel, is dat Willem-Alexander veel aandacht had voor de agrarische sector. “Jullie hebben perspectief nodig”, vatte Willem-Alexander samen na een gesprek met jonge boeren. En ook aan het eind zei Willem-Alexander het nog eens tegen de burgemeesters en andere betrokkenen: “Hier wordt gewerkt aan de toekomst van onze voedselvoorziening en dat moeten we blijven doen als een deel van Nederland en als een deel van onze cultuur. Voor mij zijn de agrariërs cultuurhistorisch erfgoed en die moeten we behouden.”
Het leuke van zo’n streekbezoek is dat je iets meer een inkijkje krijgt in de persoonlijkheden van Willem-Alexander en Máxima. Als Máxima bijvoorbeeld – via een tolk – in gesprek gaat met een doof echtpaar dat een gebarenboerderij runt, etaleert ze hoe het gebaar voor haarzelf, knipperende ogen, en dat van Willem-Alexander is, bolle wangen. Ze zijn altijd geïnteresseerd, stellen vaak goede, kritische vragen of hebben het juiste woordje klaar. Behalve toen een van de kinderen van De Ontdekking een goede vraag aan het paar had. “Zijn jullie rijk?” Willem-Alexander wist zich even geen raad. Rijk?, dacht koningin Máxima, “Wij zijn koning en koningin.”
Beeld: NL Beeld
Deze column is gepubliceerd in Weekend nummer 36, nú in de winkel! Dit nummer bestellen kan hier. Liever online lezen? Klik dan hier.