Tradities behouden
23/09/2023
Deze column is gepubliceerd in Weekend nummer 38
Door Rick Evers
Zonder tradities geen koningshuis. Toch gaat stukje bij beetje steeds iets weg van alle historische gebruiken. De Gouden Koets bijvoorbeeld: hij staat er prachtig bij in het koetshuis van de Koninklijke Stallen. Maar voorlopig kan het staatsierijtuig niet de straat op, vanwege de taferelen uit de geschiedenis van ons koninkrijk die erop zijn afgebeeld.
“Iedereen moet zich deelgenoot kunnen voelen van wat in ons land is opgebouwd en daar trots op kunnen zijn”, zei Willem-Alexander. De koets kan pas “weer rijden als Nederland daar klaar voor is. En dat is nu niet het geval.” Maar als we – bijvoorbeeld op Prinsjesdag – écht terug in de tijd zouden gaan qua tradities, dan zou Willem-Alexander te paard de route naar de troon moeten afleggen, zoals zijn mannelijke voorgangers dat meestal deden. Ik zie het niet gauw gebeuren. En ook al rijdt Amalia graag paard en heeft ze weleens vanuit het zadel deelgenomen aan een oefening voor de derde dinsdag van september, ook zij zal later als koningin liever waardig wuiven vanuit de koets.
Ze geeft me de indruk dat ze juist meer van het decorum is dan haar vader. De ene monarch lijkt steeds een antwoord te zijn op de vorige. Willem-Alexander is een stuk toegankelijker dan zijn moeder was en zag eerder zijn grootmoeder Juliana als voorbeeld. Beatrix liep tijdens Koninginnedag vooral in het midden, Willem-Alexander zoekt juist de mensen op, geeft ontelbare handen en maakt selfies. Twee verschillende persoonlijkheden. Zo enthousiast, joviaal en gebroederlijk als Willem-Alexander het gesprek kan aangaan tijdens een werkbezoek in het land, zo profileerde Beatrix zich meer als een staatshoofd dat gedecideerd maar moederlijk en bovenal altijd koninklijk was.
Maar het moet niet té gewoon worden. Het koningschap hoeft niet nog verder uitgekleed. Zonder tradities en pracht en praal kan een monarchie niet. Wat dat betreft heeft Willem- Alexander het nadeel dat hij een man is. Hij kan minder dan zijn moeder of vrouw spelen met kleurrijke of toepasselijke outfits en hoedjes of een opvallend kapsel. Veel verder dan een kleurrijke das gaat Willem-Alexander niet. Hij is ook niet de dandy zoals zijn grootvader Bernhard of misschien neef Maurits, die met charmante looks en strak gesneden kostuums direct met een bepaalde uitstraling binnenkomen. Willem-Alexander moet het van andere kwaliteiten hebben.
Ik moest een beetje lachen toen onderzoekers van de Universiteit Utrecht tot de conclusie kwamen dat het taalgebruik in de Troonrede wel wat eenvoudiger zou mogen. Dat zou het voorlezen voor Willem- Alexander een stuk makkelijker maken. Maar vooral zou het veel schelen voor wie de rede hoort en probeert te begrijpen. Misschien wordt Prinsjesdag dan wat minder koninklijk, anderzijds gaat het ritueel dan wel mee met de tijd. Net zoals het mooi is als de koning náást de rode loper loopt. Maar om te laten zien dat je ernaast kunt lopen en niet alleen in het midden, ver van het volk, moet die loper er wél liggen. Schaf daarom niet te veel van het decorum af.
Een traditie die veel mensen graag afgeschaft zouden zien, is het jagen. Een deel van het kroondomein – het deel waarvoor tegenwoordig geen subsidie meer wordt aangevraagd door het Koninklijk Huis – is daarvoor tussen half september en kerst verboden gebied voor gewone stervelingen. Niet dat de koning dan maanden aan het knallen is. Dat doet-ie maar een halve dag per jaar, is me op het hart gedrukt. De rest van de tijd zijn het professionals die de wildstand op peil houden. Soms jagen zij dus samen met de koning en zijn gasten of familieleden, altijd een-op-een. Voor de Oranjes draait het jagen vooral om samenzijn. Overdag in de natuur op pad, ’s avonds gezellig aan de dis in jachtslot Het Oude Loo. Een van de weinige tradities waarvan wij nooit wat te zien krijgen, maar ook eentje die niet snel wordt afgeschaft, verwacht ik…
Deze column is gepubliceerd in Weekend nummer 38, nú in de winkel! Dit nummer bestellen kan hier. Liever online lezen? Klik dan hier.