Stopt Martine van Os met We Zijn Er Bijna? ‘Mooi werk, maar ik mis mijn man’
09/10/2023
Dit interview is gepubliceerd in Weekend nummer 37
Martine van Os heeft al twaalf jaar succes met We Zijn Er Bijna! Maar dat betekent niet dat de Omroep MAX-ster eindeloos doorgaat met deze voor haar heftige werktrip. “Ik heb een heel leuke ploeg om mij heen en het is heel bijzonder werk, maar ik mis mijn man wel. Er zijn momenten dat ik denk: hier had ik met Wouter willen zijn.”
Door Emelie van Kaam
In We Zijn Er Bijna! reizen Nederlandse kampeerders met hun eigen caravan of camper in groepsverband langs allerlei hoogtepunten. Presentatrice Martine van Os heeft al twaalf jaar een daverend succes met dit Omroep MAX-programma. Op de vraag of ze na weer een nieuwe seizoen We Zijn Er Bijna! – dit keer staan de eilanden Corsica en Sardinië centraal – zelf nog wat heeft kunnen ontspannen, antwoordt de populaire Omroep MAX-ster: “Zéker. Ik ben tien dagen op vakantie geweest. Naar Frankrijk, bij Bordeaux in de buurt. En het was heerlijk! We waren op Cap Ferret, een super plek. Het is een soort schiereilandje, waar allemaal laagbouw is. Die huizen gaan over van familie op familie. Er zitten ook oesterhutten en ik ben dol op oesters. Dus we hebben daar heerlijk oesters kunnen eten. Het was heel ontspannen, heerlijk.”
Ondanks het feit dat u nog steeds miljoenen kijkers trekt met We Zijn Er Bijna! blijft u met beide benen op de grond staan. Bent u er bewust mee bezig om nooit naast uw schoenen te willen lopen en nuchter eronder te blijven?
“Nee, daar ben ik niet bewust mee bezig, nooit geweest ook, maar het is wel iets wat ik heel erg van huis uit mee heb gekregen. Ik heb verder gaandeweg de les geleerd dat je dichtbij jezelf moet blijven en je heel goed moet realiseren dat de wereld en iedereen om je heen van alles van je kunnen verlangen, maar dat je zélf moet blijven bepalen wat bij jou past, bij jou hoort en waar je jezelf prettig bij voelt. Dat heb ik altijd geprobeerd toe te passen. En ik ben misschien ook wel heel gewoon.”
Wat past er de komende vijf jaar nog meer in uw leven?
“Dat weet ik nooit. Ik laat het altijd allemaal maar gewoon gebeuren. Ik bepaal op het moment dat er dingen op me afkomen pas wat ik ermee wil en of het goed voelt of niet. Dus ik ben niet zo’n vooruitplanner. Met niks, nee.”
Hoe komt dat?
“Het is me heel goed bevallen om dat niet te doen. Het leven brengt altijd van alles op je pad, soms heel onverwachts. Als je dat wilt sturen, kun je ook heel bedrogen uitkomen. Want als je van tevoren gaat bedenken hoe je het allemaal wilt en het lukt dan niet, raak je misschien wel heel erg gefrustreerd. Dat heb ik mezelf dan bespaard.”
U presenteert inmiddels maar liefst twaalf jaar lang al We Zijn Er Bijna!. U heeft eerder weleens aangegeven dat dit programma vrij heftig en vermoeiend is om te maken. Vindt u het inmiddels niet een keer welletjes?
“O nee, ik ben niet met die jaren bezig. Ik heb wel dat ik achteraf denk: mijn hemel, zijn we al zolang bezig?! En wat ongelooflijk bijzonder dat we het wéér mogen maken. Dat het dus nog steeds een programma is dat heel goed wordt ontvangen door mensen. Het kan zijn dat ik morgen ineens denk: het is nu welletjes. Maar het kan ook zijn dat ik er nog drie, vier of vijf jaar mee doorga, dat weet ik gewoon nu nog niet.”
Merkt uw man Wouter Stips, met wie u al 43 jaar samen bent, wat de impact van de opnamen van dit heftige reisprogramma is, als jullie vervolgens samen op vakantie gaan? Ik neem aan dat u flink moet uitpuffen dan…
“Wij gaan ook nooit meteen samen op vakantie. Ik vind het dan heel fijn om eerst een tijdje thuis te zijn. Ik ben dan natuurlijk al een lange tijd weggeweest voor de opnamen. Dus eerst ben ik lekker even thuis om te acclimatiseren en dan kunnen mijn man en ik ook weer aan elkaar wennen. Daarna gaan we samen op vakantie. Dat werkt altijd heel goed.”
U bent in totaal vijf weken ver van elkaar verwijderd. Mist u hem weleens tijdens zo’n werktrip en hoe is het contact dan tussen jullie?
“Natuurlijk mis ik hem! We hebben ook wel elke dag contact met elkaar. Ik ben natuurlijk aan het werk, heb een erg leuke en prettige ploeg om mij heen en het is heel bijzonder en mooi werk, maar ik mis mijn man wel. Ik vind het dan ook héél fijn om weer naar huis te gaan en hem weer te zien. Er zijn bovendien heel vaak momenten, wanneer ik op reis iets heel moois zie of op een mooie plek ben, dat ik denk: ahh, hier had ik wel met Wouter willen zijn, om het samen te kunnen delen.”
Beeld: ANP
Dit interview is gepubliceerd in Weekend nummer 37. Dit nummer bestellen kan hier. Liever online lezen? Klik dan hier.