Anp 352355885 (2)

Als de dag van gisteren

Deze column is gepubliceerd in Weekend nummer 29

Door Rick Evers

Als koning kun je het in 2024 niet snel goed doen. Ook niet als wereldleider, politicus, bekende Nederlander, zelfs artsen of wetenschappers, of wie dan ook blijkbaar. Ik kan het mis hebben, ze zullen op het paleis en bij de RVD vast zeggen dat het niet zo is en ze op dezelfde voet verdergaan als waar ze in 2013 als koningspaar zijn begonnen, maar ik zie de laatste tijd een verandering in het werk van Willem Alexander en Máxima.

Een grotere betrokkenheid, meer het land in. Meer tijd om in gesprek te gaan, voor ontmoetingen, groot en klein. Betekenisvolle gesprekken en ook korte momenten om een herinnering te maken. En het wordt gewaardeerd, merk ik, als ik mee op pad ben met Willem-Alexander of Máxima. Wanneer waren we als land voor het laatst onverdeeld tevreden met ons koningspaar? Niet eens op de meest feestelijke momenten. Ja, misschien op 30 april 2013, toen Máxima in haar blauwe japon en Willem-Alexander in de koningsmantel naar de Nieuwe Kerk schreden. En daarna? Misschien was het 17 juli 2014.

Tien jaar geleden, maar als de dag van gisteren. De zonnebloemen op het veld met brokstukken. Het Herculesvliegtuig, de Australische Boeing. Kist na kist… na kist… na kist… Steeds gedragen door acht militairen. Het schrijnende geluid van rouwende familieleden, dat klinkt over het stille asfalt op de Eindhovense vliegbasis. En dan de tientallen zwarte rouwauto’s over de A2, als een kronkelend rouwlint over de snelweg. Talloze mensen stonden langs de kant, op viaducten. En ook: het zichtbare verdriet op het gezicht van Willem-Alexander en Máxima, die anders nooit elkaars hand vasthouden tijdens een publieke aangelegenheid. Het was een dag van nationale rouw, een fenomeen dat niet meer is voorgekomen sinds de uitvaart van koningin Wilhelmina. De ramp met Malaysia Airlines-vlucht 17, die onderweg naar Kuala Lumpur boven oost-Oekraïne uit de lucht werd geschoten, raakte heel Nederland. Nederland verstilde, was één.

De ramp heeft Willem-Alexander en Máxima niet losgelaten. Tijdens staatsbezoeken – zoals aan Australië – en bezoeken aan de VN, aan de Raad van Europa, tijdens gesprekken over de situatie in Oekraïne, heeft de koning het meermaals publiekelijk benoemd. Achter de schermen is er nog veel vaker over gesproken. Het koningspaar sprak ook met nabestaanden. De familieleden zagen vooral Willem-Alexander als lotgenoot, hij had nog geen jaar eerder zijn broer Friso verloren. Hij kent het gemis van een familielid dat is weggerukt uit je bestaan. Samen in gesprek gaan was een vertrouwd gevoel, vertelde Willem-Alexander. Geen ’U’ en ’Majesteit’. Gewoon je en jij. Gesprekken van mens tot mens.

De MH17-ramp is inmiddels tien jaar geleden. Willem-Alexander was eigenlijk nog maar net in zijn rol als koning, maar werd plots in het harnas gehesen als vader des vaderlands. Zijn moeder Beatrix had te kampen met een stijf imago en werd als wat hautain gezien, zeker vergeleken met haar eigen moeder Juliana. Maar na de Bijlmerramp, de cafébrand in Volendam en de aanslag tijdens Koninginnedag in Apeldoorn werd ze meer en meer matriarch van het land. Tegen wil en dank. Geen van deze rampen wíl je meemaken. Zulke gitzwarte dagen komen liever niet voorbij. Maar het zijn wel momenten dat je er kunt en wilt zijn als staatshoofd voor je volk.

Willem-Alexander probeerde het ook met verbindende woorden in de coronacrisis. Eigenlijk wel met alle bezoeken in het land. Maar juist tijdens grote rampen kunnen hij en Máxima die handdruk geven, de schouderklop of arm om mensen heen slaan namens ons allemaal. Het is dan wel tien jaar geleden, die ramp met de MH17, het blijft een litteken. Daarom is het goed dat de koning zijn vakantie afbreekt – net als toen, een decennium geleden – om deze week bij de herdenking te zijn. Namens ons allemaal.

Beeld: ANP

Deze column is gepubliceerd in Weekend nummer 29, nú in de winkel! Of lees ‘m online. Liever bestellen? Dat kan hier.