Column Marc van der Linden
31/07/2014
Een dag nadat duidelijk was geworden dat er 298 onschuldige mensen – onder wie 194 Nederlanders – waren omgekomen door het neerschieten van een lijnvlucht van Malaysia Airlines ging ik met vakantie. Met een brok in de keel én het besef dat al die andere mensen de dag daarvoor in dezelfde hal ook hadden ingecheckt voor een verre reis. De stemming zal toen een stuk vrolijker zijn geweest dan toen ik incheckte.
Bij aankomst in Amerika viel meteen op dat de crash ook daar het gesprek van de dag was. Als iemand hoorde dat ik uit Nederland kwam, werd meteen medeleven getoond en op alle zenders waren de nieuwsuitzendingen alleen maar aan het ongeluk gewijd. In de eerste dagen waren het vooral de discussies over wie de schuldigen waren. De slachtoffers waren toen nog maar een getal, zonder gezicht. Maar dat veranderde toen de plechtigheid voor de terugkerende lichamen van de slachtoffers live werd uitgezonden. Dat maakte diepe indruk. De onschuldige slachtoffers werden weer het nieuws, in plaats van de barbaarse moordenaars. CNN-presentator Anderson Cooper maakte van zijn emoties geen geheim. ‘Het is een dag van nationale rouw in Nederland. Maar het verdriet wordt in de hele wereld gevoeld’, zei hij. In stilte werden de beelden uitgezonden van de kisten die, één voor één, uit het vliegtuig werden gedragen. De militairen zorgden dat de slachtoffers eindelijk het respect kregen dat ze in de dagen daarvoor, toen ze tussen de brokstukken in het veld lagen, hadden moeten missen. De gezichten van de mannen en vrouwen van ons leger toonden emotie, maar ook vooral vastberadenheid er alles aan te doen zodat deze onschuldige mensen waardig naar hun laatste rustplaats zouden kunnen worden gebracht. Een kist voor elk gevonden slachtoffer, een eigen wagen, met eigen bestuurder. Terug naar het individu in plaats van één van de vele slachtoffers. De colonne van lijkwagens van Eindhoven naar Hilversum heeft denk ik niemand met droge ogen kunnen zien. De vele mensen langs de route die zich ook machteloos, woedend en verdrietig moeten hebben gevoeld om zoveel onrecht betoonden eer aan de slachtoffers en ongetwijfeld troost aan de nabestaanden. Wat was ik, aan de andere kant van de wereld, trots op Nederland en de Nederlanders. We mogen dan een stipje op de wereldkaart zijn, op deze momenten hebben we laten zien dat we een groot land kunnen zijn in waardigheid en respect.