Column: Marc van der Linden
20/06/2013
Op bezoek in het paleis
Koningin Beatrix was niet zo scheutig met ontmoetingen met gewone burgers. En zeker journalisten werden altijd zoveel mogelijk buiten de paleizen gehouden. Haar ouders, koningin Juliana en prins Bernhard, waren daar een stuk gemakkelijker in. Ik heb paleis Soestdijk dan ook meer van binnen gezien dan paleis Huis ten Bosch. Als je op Soestdijk bij iets aanwezig mocht zijn, dan werd je als een gast behandeld. Juliana en Bernhard – ik heb ze alleen professioneel meegemaakt in de jaren negentig – kwamen ook altijd even gedag zeggen of afscheid nemen. Bij Beatrix was dat persoonlijke contact er niet. Ik heb haar diverse malen mogen ontmoeten en ook met haar gesproken, maar de afstand bleef altijd. Ik heb dat nooit een probleem gevonden. Sterker nog: het maakte het allemaal wat gemakkelijker. Prins Bernhard is in de laatste jaren van zijn leven erg boos op me geweest, vooral omdat ik aanvankelijk nogal openlijk mijn steun had uitgesproken voor zijn kleindochter Margarita, die toen overhoop lag met haar familie. De prins heeft me vlak voor zijn dood ook nog gebeld, voornamelijk om me de (lees: zijn) zijn waarheid te zeggen. Ik denk dat een deel van zijn woede werd veroorzaakt door het feit dat hij in de jaren daarvoor diverse malen met me gesproken had. Hij zal het als verraad hebben gezien. Paleis Huis ten Bosch heb ik alleen van binnen gezien bij de verlovingen van de prinsen Constantijn en Friso. We werden ontvangen in de catacomben waar we een drankje en een broodje kregen. Beatrix bewaarde weliswaar afstand, maar was altijd een goede gastvrouw. Ook bij de ontmoetingen met de media in haar Italiaanse huis in Tavarnelle Val di Pesa stonden er altijd drankjes klaar.
Wie bij koningin Beatrix op bezoek ging, moest zich natuurlijk aan vaste regels houden. Het protocol is weliswaar niet zo strikt als sommige mensen denken, maar het is er wel. Je staat op als de koning of koningin binnenkomt, begint niet zelf een gesprek en raakt ze niet aan. Je mag een cadeautje meenemen, maar dat mag niet persoonlijk overhandigd worden. Een adjudant of hofdame neemt dat vooraf in ontvangst. Wie het perfect wil doen, spreekt de koning of koningin aan met Majesteit, maar mijnheer of mevrouw is ook goed. Wie voor een lunch of diner komt, heeft waarschijnlijk vooraf een klein cv-tje moeten inleveren. Dat is goed bestudeerd, zodat de koning of koningin direct vragen kan stellen zonder dat iemand eerst hoeft te vertellen wat hij of zij doet. Bij recepties worden er groepjes gevormd door hofdames en adjudanten die ervoor zorgen dat de koning of koningin daar even een praatje komt maken. Deze leden van de hofhouding houden ook de tijd goed in de gaten en breken desnoods even in in een gesprek om de koning of koningin naar een ander groepje te begeleiden. Men wordt niet geacht eerder weg te gaan dan de belangrijkste persoon in de ruimte. Bij een kleinere ontmoeting en een intiemer gesprek is daar een mooie oplossing voor gevonden. Als de koning of koningin vindt dat het gesprek erop zit, dan vraagt hij of zij of de gast nog wat wilt drinken. Wordt dat met ’nee’ beantwoord, dan waarschuwt het staatshoofd een lakei en dankt u voor uw bezoek, waarna u naar buiten wordt begeleid. Als u ’ja’ zegt, dan komt de lakei ook en wordt hem gevraagd u van nog een drankje te voorzien. Meteen daarna wordt er afscheid van u genomen.