Column Marc van der Linden – Carrièrepolitici of geboren koninginnen?
10/05/2021
We hebben ze allemaal gezien: de peilingen rond Koningsdag waar rapportcijfers voor de Oranjes worden gegeven. Het zijn onderzoeken waarvan de uitslag steeds het nieuws van het dag beheerst. Zijn het mooie cijfers, dan komt de verwonderde vraag ’Hoe doen ze dat toch?’ het meest voorbij. Alsof het bijna niet voor te stellen is dat ze überhaupt goede beoordelingen krijgen. Willem-Alexander had de wind mee na zijn aantreden. Dat was zijn eigen verdienste, want hij kon nu zichzelf laten zien en zat niet meer onder het juk van zijn strenge moeder. Hij heeft ook nog eens een beeldschone vrouw, die Nederlands spreekt op een niet altijd even perfecte, maar zeer charmante manier. Dat vinden veel mensen leuk, net zoals ze het leuk vinden dat onze koning en koningin twintig jaar na hun verloving nog net zo gek op elkaar zijn als toen. En dan als bonus drie leuke dochters, die elk half jaar dat je ze ziet weer totaal anders zijn. Dit keer sprong Ariane eruit omdat zij ineens van meisje een vrouw in wording is en daarnaast verbaal goed opgewassen bleek tegen haar oudere zussen die fanatiek zijn met spelletjes.
Maar goed: die enquêtes. Bent u ervoor gevraagd? Ik niet. Maar ze zullen ongetwijfeld echt zijn. Het vertrouwen in de koning was inmiddels onder de vijftig procent gezakt. Máxima kwam nog wel uit op een voldoende, maar beide rapporten zouden ze waarschijnlijk niet aan hun dochters hebben getoond. Het is overigens ook weer niet zo dat er een crisisberaad ten paleize wordt belegd om te voorkomen dat de monarchie afgeschaft wordt. Hoewel er in minder goede tijden wel extra opgelet wordt om geen onnodige fouten te maken, weet Willem-Alexander wel dat hij nog minimaal 20 jaar koning zal zijn. Hij zal zijn populariteit wel weer kunnen herstellen en daarna zou er nog weleens een schandaal kunnen komen. Maar zolang hij niet te vaak op dat bankje zit om zijn excuses aan te bieden, is er niks aan de hand en geeft hij de monarchie voldoende speciaals om geen republiek te worden. De meeste Nederlanders zullen meteen nee zeggen als je ze vraagt of een monarchie democratisch is. Gevolgd door ’gelukkig niet’ van de monarchisten. Want juist in een monarchie als die van Nederland, waar het oudste kind van het staatshoofd automatisch opvolger is, is het dus volstrekte willekeur wie er koning of koningin gaat worden. We weten niet wat voor persoonlijkheid, intelligentie of type op de troon komt. Bij een republiek weet je het wel. Het is een van de carrièrepolitici die hun leven lang compromissen hebben gesloten en meestal ook wel wat kostbare fouten hebben gemaakt, maar een groot netwerk hebben en daardoor aangewezen worden als staatshoofd. Zelden haalt zo’n kandidaat het in de eerste verkiezingsronde, dus daarna moeten mensen voor een tweede keer kiezen. Als er vier kandidaten waren, dan is hun oorspronkelijke aanhang dus niet meer dan de helft geweest. Dat betekent dat je dan altijd een staatshoofd hebt waarvoor de meeste mensen graag een ander hadden gezien. Dan liever een baby’tje in een wieg dat lief lacht, dat je ziet opgroeien en waarvan je steeds denkt: dat arme kind, haar hele toekomst ligt al vast. Of maakt dat ons juist een beetje sadisten?