Column Marc van der Linden – Briefpapier voor Amalia
21/06/2021
Alle lof die Amalia vorige week kreeg, was volkomen terecht. De Prinses van Oranje besloot haar hele staatsuitkering van ruim anderhalf miljoen euro per jaar terug te storten zolang ze haar studie nog niet heeft afgerond. Desondanks waren er zure reacties. Haar gebaar was makkelijk, zo vonden mensen, omdat ze uit een rijke familie komt. Of omdat ze over een paar jaar toch kan rekenen op een hoog inkomen. Bovendien zou ze voorlopig genoeg hebben aan het geld dat door haar grootmoeder prinses Beatrix en haar vader koning Willem-Alexander al opzij is gezet voor haar en haar zusjes zodat zij op hun achttiende financieel onafhankelijk kunnen zijn. Ook waren er commentaren dat dit het zoveelste charme-offensief zou zijn, na het Griekenland-drama. Ziet u de koning en koningin al aan tafel zitten, terwijl hun oudste dochter met rode blossen op de wangen net thuis is gekomen? ’Schat, ga even zitten, papa en mama willen wat aan je vragen.’ De koning en koningin zouden dan schoorvoetend moeten zeggen dat ze er moeilijk voorstaan, dat de monarchie wellicht wankelt en of Amalia wil helpen. ’Zou jij de centjes van de mensen willen terugstorten de komende jaren? Als je dat vijf jaar doet, heb je bijna acht miljoen gegeven en dan denk ik dat we er wel zijn.’ Ik zie het Willem-Alexander en Máxima gewoonweg écht niet doen. Zij zouden dat probleem allereerst niet bij hun dochter neerleggen en na hun drie keer herhaalde spijtbetuiging is het wat die omstreden vakantie betreft nu echt zand erover.
Het is ook niet zo aardig richting Amalia, die niet alleen haar uitkering terugstort, maar in haar briefje aan premier Rutte blijkt mee te leven met én arme studenten én mensen die erg getroffen zijn door de coronacrisis. De prinses zelf behoort ook tot een getroffen generatie, want ze heeft geenszins de examentijd gehad die de meesten van ons zo koesteren. Vooral de feestjes en het onbeschrijflijke gevoel voor het eerst in je leven eens niets te moeten. Amalia heeft een heel jaar voor zich waarin ze kan doen én laten wat ze wil. Ze omschreef het zelf ook mooi. ’De gedachte aan geen school… Ik wil wel nog leren, maar even niet op school, al heb ik er wel van genoten de afgelopen veertien jaar.’ Wat ze gaat doen, is nog niet helemaal uitgestippeld, schreven de kranten. Nou geloof me, de lijst is al zo lang dat er flink geschrapt moet worden. Amalia omschreef het losjes als: ’Een beetje de wereld over reizen, dingen doen die ik misschien over twintig jaar niet meer kan doen. Zoals stages lopen bij heel gave bedrijven, maar dat ligt nog niet vast.’ Achter de schermen meelopen aan een buitenlands koninklijk hof, een paar weken naar de Flying Doctors in het buitenland, een keer op VN-reis met moeder Máxima – het behoort allemaal tot de mogelijkheden. En dat allemaal grotendeels voor eigen rekening, al betalen ’we’ natuurlijk wel de beveiliging die meegaat. Met het openbaar maken van het briefje zag ik wel wat we de prinses nu mooi kunnen geven. De meeste koningen en koninginnen, prinsen en prinsessen schrijven op luxe, handgeschept postpapier, zo lijkt het althans, met een prachtig monogram en een kroontje hun briefjes, maar dit leek wel een velletje dat uit de printer was gepikt. Voor een paar duizend euro heb je al een flinke set met briefpapier, enveloppe en kaartjes. Want dat hoort er echt bij, Amalia! En betekent het terugstorten van de uitkering dat we de prinses nu ook bijna niet gaan zien?