Peter Gillis stopt als baas Nederlandse Oostappen vakantieparken
11/04/2024
Peter Gillis stopt als baas van Nederlandse Oostappen vakantieparken, zo heeft hij donderdag bekendgemaakt. De organisatie komt in handen van een nieuwe uitbater. De ondernemer gaat wel door met het beheer van de Belgische parken, die onder een nieuw label doorgaan.
Gillis raakte de horecavergunning op een aantal parken kwijt en hij kreeg geen exploitatievergunning voor het park Prinsenmeer in het Noord-Brabantse Ommel. Daarom is hij tot de “pijnlijke” oplossing gekomen om afstand te doen van de Nederlandse vakantieparken. Wel blijft hij eigenaar van het onroerend goed op de locaties, meldt hij. Ook gaan de Nederlandse Oostappen vakantieparken onder dezelfde naam door en blijven de huidige medewerkers er werken, maar dus met een nieuwe baas.
“Voor mij is het belangrijkste dat medewerkers op mijn parken en het hoofdkantoor kunnen blijven werken en de loyale gasten terug kunnen blijven komen voor een betaalbare vakantie. Met pijn in het hart draag ik de exploitatie over”, aldus de televisiebekendheid, die op SBS6 een eigen realitysoap heeft.
Illegaal
In de parken van Gillis werden meermaals arbeidsmigranten gehuisvest, terwijl dat illegaal is. Ook doorstond de BN’er een zogenoemde Bibob-toets, een onderzoek naar mogelijke criminele activiteiten, niet. Als gevolg daarvan moest Prinsenmeer sluiten.
De ondernemer meldt niet wanneer hij de parken overdraagt, maar wel dat aankomend vakantieseizoen gedraaid wordt door het nieuwe team. Onbekend is wie de nieuwe uitbater wordt. Gillis was donderdagmiddag niet bereikbaar voor een reactie.
Een van de vakantieparken van Gillis ligt in Ommel in de gemeente Asten. Die gemeente heeft een langlopend conflict met de eigenaar omdat op het park Prinsenmeer volgens Asten regelmatig regels worden overtreden, waaronder verboden permanente bewoning. Zo dient er eind van de maand een kort geding over het afsluiten van de gastoevoer naar het park. De gemeente zegt kennis genomen te hebben van het besluit van Gillis om te stoppen en stelt dat als er een nieuwe exploitant komt, vergunningen opnieuw beoordeeld moeten worden.