John van den Heuvel ‘moest knokken’ om vak weer beetje leuk te gaan vinden

Misdaadjournalist John van den Heuvel heeft de afgelopen anderhalf jaar, na de moord op Peter R. de Vries, heel hard moeten vechten om zijn vak weer leuk te gaan vinden. Dat zei hij donderdagochtend in een lang gesprek op NPO Radio 1.

“Ik wil niet zeggen dat ik geen plezier meer in mijn werk heb”, vertelde Van den Heuvel aan presentator Mischa Blok. “Maar ik heb wel erg moeten knokken om weer een beetje plezier te voelen en die glans terug te krijgen. Ik vind het werk nog steeds heel dof. Maar de afgelopen maanden ben ik wel weer een beetje plezier gaan voelen.”

Stoppen

Van den Heuvel heeft na de moord op zijn vriend en collega zelfs gesprekken gevoerd met RTL Boulevard om daar te stoppen als expert. “Ik dacht echt: misschien moeten dingen zo zijn, misschien moet ik hier na twintig jaar mee stoppen. Producent Blue Circle gaf toen aan: we willen dat je blijft, wat voor consequenties dat ook voor ons heeft qua beveiliging.”

Steun van vrouw

Zijn vrouw is een van zijn belangrijkste raadgevers bij dat soort afwegingen. “Ook toen heb ik het er met haar over gehad: is dit een legitieme reden om te stoppen met wat ik doe? Ga ik hier geen spijt van krijgen? Zwicht ik nu toch niet voor de druk en heb ik door de dood van Peter mijn werk deels neergelegd? Dat vond ik voor mijzelf heel moeilijk te rijmen.” Zijn vrouw heeft altijd achter zijn keuze gestaan om door te gaan met zijn werk, ondanks alle nadelen zoals de beveiliging. “Zij heeft nooit tegen me gezegd: nu stop je ermee. Ze heeft mij meerdere keren gezegd: ik zie dat je gelukkig bent in dit werk en ik steun je daarin.”

’10 procent overschaduwt de rest’

De misdaadjournalist beklemtoont dat niet zijn hele leven wordt gekleurd door alle risico’s. “Het is niet zo dat ik voortdurend gestrest ben en onder hoogspanning sta en alleen maar voorzichtig schuifelend langs de muren door het leven ga. 90 procent van wat ik doe vind ik heel erg leuk en geeft veel voldoening. 10 procent van het werk overschaduwt soms dat leuke deel.”