De koningin betrapt
07/12/2024
Deze column is gepubliceerd in Weekend nummer 49
Als mensen horen dat ik dit werk als koningshuisverslaggever inmiddels vijftien jaar doe, vragen ze zich vaak af of het niet verveelt. Voor de vijftiende keer Prinsjesdag, vijftien keer Koninginnedag en Koningsdag, een dertigtal fotosessies van het koninklijk gezin, het zoveelhonderdste werkbezoek achter de koning of koningin aan. Ach, met wat creativiteit kun je daar altijd wel wat anders uitpikken.
Door Rick Evers
Wel moet ik elke keer een beetje lachen als gemeentes menen dit jaar écht iets bijzonders te hebben voor Koningsdag. Vijftien jaar in dit bijzondere speelveld heeft ook voordelen, je ziet een langzame evolutie. Ik besef het te weinig, maar hoe bijzonder is dit werk? Hoeveel mensen krijgen de kans om de koninklijke familie van zo dichtbij te volgen, laat staan om ze – af en toe – ook te spreken? “Weten ze wie je bent?”, “Hoe zijn ze in het echt?” en “Wordt het ooit gezellig met ze?” zijn vragen die me veel gesteld worden. Om met het laatste te beginnen: nee, na afloop van een intensief staatsbezoek in een ver buitenland is het helaas geen gewoonte om nog even informeel met elkaar te borrelen, om maar wat te noemen. Een kerstkaart krijgen we ook niet van ze.
Maar dankzij de twee komen mijn collega’s en ik wel op de meest bijzondere plekken. Paleizen en presidentiële residenties waar toeristen normaal geen voet binnen zouden kunnen zetten of toeristische attracties bezoeken zonder in de rij te hoeven aansluiten én bijna voor jezelf te hebben. Als in het Sydney Opera House het Wilhelmus klinkt, terwijl ik een paar rijen achter het koningspaar zit, krijg ik kippenvel. Maar het zijn niet alleen de momenten mét Willem-Alexander of Máxima.
De mensen om hen heen maken de monarchie mede mogelijk. Gesprekken met vakmensen als de stalmeester, de zilverbewaarder of de directeur van de Koninklijke Verzamelingen geven me inzicht over hoe verfijnd over alles is nagedacht. Extra mooi is dat een deel van het werk achter gesloten paleismuren nu te zien is in een tv-serie over het departement van de hofmaarschalk: Oranje Van Boven. Daar komen ook wat vleugjes protocol en etiquette om de hoek kijken. Het paleis is natuurlijk een plek waar die twee zaken nog heel belangrijk zijn.
Vroeger was er Amy Groskamp-ten Have met haar boek Hoe Hoort Het Eigenlijk?. Nu zijn er de etiquettefilmpjes op Instagram en TikTok van de Brit William Hanson. Hij is grappig, cynisch én Engelser dan Engels. Zijn filmpjes werden honderden miljoenen keren bekeken. Hij geeft uitverkochte theatershows en bracht onlangs een nieuw boek uit over manieren en omgangsvormen. Af en toe hebben we digitaal contact met elkaar en we ontmoetten elkaar persoonlijk in Hotel Des Indes, waar hij een etiquettediner gaf voor deelnemers aan een protocol training. Nog zo’n bijzonderheid die mijn werk zo leuk maakt. Veel van de etiquette komt bij royals vandaan en ik vind het ongelooflijk interessant. Misschien is het ouderwets, maar met de basis in je achterhoofd kun je overal terecht. En de verhalen erachter zijn vaak heerlijk.
Zoals waarom heren het onderste knoopje van hun jasje los laten. Het zou van de wat gezette koning Edward VII komen, die bekendstond om zijn gevoel voor stijl. Maar het was vooral praktisch dat het laatste knoopje los bleef. Maar de Britten die het zagen, waren ervan overtuigd: de koning zal wel weten hoe het hoort en kopieerden hem. Tot op de dag van vandaag. William legde de deelnemers uit wat ze tijdens en na het diner met hun servet moeten doen, waarom ze absoluut hun pink niet uit moeten steken als ze een kop thee drinken, wanneer je naar de wc gaat én hoe je dat meldt aan je tafelgenoten. En waar laat je als dame je tasje? Achter je, op de stoel, antwoordde William. Ik ’betrapte’ koningin Máxima er meermaals bij een staatsbanket op dat haar clutch gewoon naast haar bord lag. Een koningin zal het wel weten, toch? Goed voorbeeld doet volgen…
Beeld: ANP
Deze column is gepubliceerd in Weekend nummer 49, nú in de winkel! Of lees ‘m online. Liever bestellen? Dat kan hier.