Kritische vragen
17/06/2023
Deze column is gepubliceerd in Weekend nummer 24
Bijna aan het eind van een driedaagse trip van koningin Máxima aan Brazilië staat er een kort persmomentje ingepland. Er is al heel wat geschoven in het programma. Gesprekken met hotemetoten die omgewisseld zijn of uitgelopen, daarna een ingelast gesprek met een bankgouverneur, vlak voor de lunch. We moeten in het barretje op de 20ste etage gaan zitten, bij het dakterras met zwembad, dat door de brandende zon bijna een sauna is. En daar zit ik dan in mijn pak met stropdas.
Door Rick Evers
Tijd om me druk te maken over de vragen die ik ga stellen, in de loop van de week opgetekend. Doordat we ’s ochtends vroeg vertrokken, was er geen tijd om te ontbijten. Tegen de tijd dat ik de barman – die geen Engels spreekt en niets kan bakken van mijn gebrekkige Spaans – heb overtuigd dat ik alleen tijd heb voor iets simpels, kan ik helaas alweer samen met een collega van RTL Boulevard terug de ruimte in. Terwijl hij zijn vragen stelt, kijk ik in mijn boekje. Die vraag hoef ik niet meer te stellen, concludeer ik. En die vraag kan er ook uit. Of Amalia echt een keer meegaat? Hoef ik ook niet te stellen. Het jammere is: er blijven vooral kritische vragen over. Hopelijk blijft de sfeer een beetje oké, bedenk ik me.
Als ik dan eindelijk aan de beurt ben, krijg ik te horen dat er weinig tijd meer is. Slik. “Ja, een druk schema”, verontschuldigt Máxima zich. In mijn hoofd streep ik nog meer vragen door. Eerst vraag ik Máxima terug te blikken op tien jaar koningin naast het werk dat ze al deed als VN-pleitbezorger. En dat die twee werelden soms samenkomen. Ze droeg op het huwelijksbal van de Jordaanse kroonprins een jurk van een kleermaakster die ze tijdens een VN-reis aan Pakistan ontmoette. “Ja! Ja! Ja!”, roept Máxima enthousiast als ze het zich realiseert. Ze kocht hem naar aanleiding van dat bezoek.
Ik moest Máxima van mezelf ook wat vragen over alle kritiek. Met name sinds de uitbraak van de pandemie is men Máxima kritischer onder de loep gaan houden. Haar bemoeienis met geldzaken valt niet bij iedereen in goede aarde. Sommigen zijn ervan overtuigd dat Máxima’s rol voor inclusieve financiering – om mensen toegang te geven tot betere middelen voor een betere toekomst – ingegeven is door het Wereld Economisch Forum om het volk alle controle af te kunnen nemen. Lelijke scheldwoorden komen online voorbij als Máxima voor de VN op pad gaat.
Dat is ook het ministerie van Financiën niet ontgaan. In het AD stond in april een artikel dat het ministerie Máxima zou hebben teruggefloten omdat ze voorstander zou zijn van de digitale euro. Ik ben wat toespraken gaan teruglezen van Máxima die daarover spreekt. En inderdaad, ze heeft het er weleens over, maar geeft ook aan wat de kanttekeningen zijn. Ze pleit er niet voor. Er zijn heel wat mitsen en maren voor ’een’ digitale munt, zegt Máxima. “Ik krijg heel veel vragen van centrale bankiers: ’Als ik een digitale munt ga ontwikkelen, is dat goed voor de inclusieve financiering?’ Mijn taak is alleen maar zeggen: is dat goed daarvoor of niet? En ik heb gezegd: ’Niet altijd.’ Dat is alles wat ik heb gezegd. Of een land beslist of niet, of ze een digitale munt gaan maken of niet, dat is aan de politiek. Niet aan mij.”
Máxima sprak er inderdaad over met de minister van Financiën, Sigrid Kaag. “Ze weet hoe ik daarover denk, over inclusieve financiering en ’een’ digitale munt.” Was het dan een storm in een glas water? “Niks aan de hand”, glimlacht Máxima. Ik was er even bang voor dat het gesprek zou worden stilgelegd. Of dat Máxima niet had willen antwoorden. Gelukkig viel dat mee. “Het is goed dat er discussie over is”, zegt de koningin.
Beeld: Frank van Beek
Deze column is gepubliceerd in Weekend nummer 24. Dit nummer bestellen kan hier. Liever online lezen? Klik dan hier.