Máxima’s kopieën
19/08/2023
Deze column is gepubliceerd in Weekend nummer 33
Door Rick Evers
Wie googelt op ’hoe rijk zijn de Oranjes?’ komt verschillende bedragen tegen. Quote schat het op 1,2 miljard, al vindt ook de redactie van dat blad het “extreem onduidelijk hoeveel geld ze precies bezitten”.
Toen het Amerikaanse tijdschrift Forbes de Oranjes eens inschatte op 2,5 miljard dollar, klom wijlen prins Bernhard in de pen. Het moest flink naar beneden worden teruggebracht, de inschatting was volgens hem “belachelijk”. Behalve geld en aandelen hebben de meeste Oranjes wat onroerend goed, daarin spant natuurlijk Margriet’s zoon Bernhard de kroon.
Over kronen gesproken: de kroon die Willem-Alexander voor zich had liggen tijdens zijn inhuldiging, is niet per se het meest waardevolle bezit uit zijn collectie. Het is een exemplaar van verguld zilver met nagemaakte edelstenen, puur een symbool van de staat. Mocht die op een veiling belanden, dan zullen vooral de emotionele en historische waarde tellen. Maar over de schoonheid ervan valt te twisten. De Oranjes hebben wel mooiere stukken. Ze bezitten een indrukwekkende collectie juwelen, grotendeels weggestopt in een stichting, zodat ze als geheel van koning op koning worden overgedragen, zonder bij een erfenis stukken te hoeven verkopen zoals veelvuldig in koninklijke en adellijke families gebeurde. Anders dan van de meeste koningshuizen is over de juwelen van onze koninklijke familie niet zo gek veel bekend.
De Britten, de Zweden, de Denen, allemaal zijn ze best scheutig met informatie over de glinsterende stukken, die van generatie op generatie over zijn gegaan en onderdeel zijn van hun vaderlandse geschiedenis. Ze worden tentoongesteld, besproken in documentaires of beschreven in boeken. Dat is bij ons anders. Het lijkt alsof de Oranjes wat dat betreft het Hollandse credo ’doe maar gewoon’ aanhouden en liever niet pronken bij het gewone volk, dat af en toe best eens zou willen genieten van het sprookje. Sommige tiara’s, colliers en broches waren na vele tientallen jaren in de kluis in de vergetelheid geraakt. Het diadeem met de zogenoemde huisdiamanten, met als (zeegroene) kers op de taart de Stuartdiamant van zo’n veertig karaat, zou alleen al tientallen miljoenen euro’s waard zijn.
Daarbij speelt mee dat het uniek is dat die steen al drie eeuwen in de familie is. Bij dit soort zaken was ik altijd blij om contact te hebben met juwelenhistoricus en eindredacteur Erik Schoonhoven. Even een berichtje als ik wat meer wilde weten. Soms kort en praktisch, soms een urenlang gesprek. Soms ons gewoonweg even samen vergapen aan een verloren gewaand juweel, dat als onderdeel van Máxima’s verschijning een nieuw leven had gekregen.
Erik deed diepgravend onderzoek, bijvoorbeeld naar de Franse juwelier Oscar Massin, die onder meer werkte voor juwelenhuis Mellerio. Herinnert u zich de tiara die Máxima droeg tijdens de inhuldiging? Met de diamanten en prachtige blauwe saffieren? Die zou een ontwerp zijn geweest van Massin. Het blijkt dat de Oranjes ’m lieten kopiëren van diens tekening. Erik kwam er overigens ook achter dat Máxima dat nog weleens laat doen: volgens een van zijn bronnen liet ze peperdure Parijse juwelen voor een fractie in Brazilië namaken.
Erik dook voor de inhuldigingstiara onder meer in de archieven van het Koninklijk Huis. Koningin Emma bleek ’m als kerstcadeau in 1881 te hebben gekregen van koning Willem III. Hij betaalde de Amsterdamse juwelier Vita Israël er 100.000 gulden voor, maar wilde er, echt waar, dan wel twee diamanten armbanden bij. Gratis! Erik kwam er na heel wat speurwerk achter dat de juwelenset een knap staaltje samenwerking was van de Haagse hofjuwelier Jac. Vos, die het ontwerp maakte naar voorbeeld van het Franse origineel, de Amsterdamse juwelier Hoeting die de nieuwe diamanten en saffieren leverde en Maison van der Stichel die het geheel in elkaar zou hebben gezet. Het originele juweel van Massin is verloren gegaan, maar zijn ontwerp leeft voort in de collectie van de Oranjes en Máxima houdt de herinnering levend.
Erik Schoonhoven overleed op 10 augustus jongstleden op 42-jarige leeftijd. Zijn werk en de herinnering aan hem zullen voortleven.
Beeld: Erwin Olaf/RVD
Deze column is gepubliceerd in Weekend nummer 33, nú in de winkel! Dit nummer bestellen kan hier. Liever online lezen? Klik dan hier.