
Om de inhoud (van de kast)
08/02/2025
Deze column is gepubliceerd in Weekend nummer 6
“En daar is Hare Majesteit de Koningin, gekleed in een deux-pièces van Sheila de Vries.” Of in de periode daarvoor: van Theresia Vreugdenhil. Bij toenmalig koningin Beatrix kon je de klok er eigenlijk wel op gelijkzetten. En dat gold ook voor koningin Elizabeth. Zij hadden hun vaste coupeuse die verantwoordelijk was voor de hele officiële garderobe.
Door Rick Evers
Natuurlijk deden zij dat altijd met een heel team erachter. Maar koninginnen en prinsessen van nu zijn ook vrouwen van nu. Die willen weleens wat anders. Die gaan ook voor gemak. En variatie. Want aan de ene kant heeft een vaste couturier zo zijn voordelen. Die wéét wat jou staat, wat het beste werkt. Hoe jij de details wilt. Soms dwalen mijn gedachten af tijdens een werkbezoek en valt mijn oog plots op de koninklijke kleding. Het motief van de stof loopt dan tot in perfectie in elkaar over, gescheiden door een subtiel ritsje. Zo koop je ze niet bij H&M, kleding waarin we Beatrix nog nooit hebben zien rondlopen.
Nee, je kon eigenlijk al aan de kleding zien: dít is de koningin. Dat gold voor beide monarchen en het was ook niet inwisselbaar: de snit van Beatrix zou je andersom niet aantreffen bij Elizabeth. Hun couturiers gebruiken niet de standaardpatronen voor een maatje 38, maar hebben die laten aanpassen naar de maten van hun koninklijke klant. En bustes die het evenbeeld zijn van de koningin, zodat die zélf de speldenprikken niet hoeft te voelen. Koningin Elizabeth had vervolgens twee pasbeurten, zodat de kleding tot in perfectie afgewerkt was en goed viel.
Beatrix wilde naar verluidt meer passessies. Haar outfits waren vaak erg bewerkelijk, met bijzondere mouwen en kunstige details. Voor koningin Máxima is dat anders. Zij komt bij modehuis Natan in Brussel een dagje kleding uit de rekken uitzoeken en passen, de maten worden gecheckt, veranderingen besproken en ze kan weer huiswaarts. Daarna wordt de collectie ten paleize afgeleverd. Moet er nog iets aan gepast worden, dan is er een atelier op het paleis. Maar de eisen zoals Beatrix die had, heeft Máxima minder. Zij koopt maar enkele couturestukken per jaar, terwijl voor Beatrix alles – wat ze als staatshoofd droeg – speciaal voor haar gemaakt werd.
Bij Kate neigt de verhouding iets meer naar Beatrix en Elizabeth, misschien is het fifty fifty. En steevast Brits design. Iets waar Máxima op becommentarieerd wordt, want het overgrote deel van haar garderobe is van Belgische makelij. Het leuke, vond ik dan, is dat de Britse collega’s van ’hun RVD’ altijd doorkregen welke ontwerper de outfit maakte, met details over stoffen en kleuren. Zodra de royal de auto uitstapt, kunnen zij daar meteen verslag van doen. Je uitstraling is tenslotte je eerste indruk. En met kleding kun je ook een boodschap overbrengen. Maar Kate heeft besloten hiermee te stoppen. Ze heeft het paleis opgedragen die informatie niet langer door te geven. Het moet om de inhoud gaan. Dus zullen reporters zélf aan de slag moeten.
In andere landen, zoals bij ons, is het soms een enorm zoekwerk om erachter te komen wat de koningin draagt. De RVD helpt daarbij niet. Want: het gaat om de inhoud. Maar natuurlijk zit er soms een diepere boodschap in een outfit. Máxima trok niet voor niets groen aan in Ierland en het zou gek zijn om bij een tentoonstelling over Marokkaanse mode iets van Natan te kiezen. Maar soms gebeurt het ook zonder reden. Zo vond ik het hilarisch dat Máxima daags na het overlijden van Karl Lagerfeld via haar Chanel-tas een eerbetoon zou hebben gebracht aan de overleden ontwerper. Máxima zelf had het naar verluidt pas door toen ze de berichten checkte na het werkbezoek en nog eens goed naar haar tasje keek. O ja…!
Beeld: ANP – De Belgische mode-ontwerper van modehuis Natan, Edouard Vermeulen, groet koningin Máxima, koning Willem-Alexander, koning Filip en koningin Mathilde.
Deze column is gepubliceerd in Weekend nummer 6, nú in de winkel! Of lees ‘m online. Liever bestellen? Dat kan hier.