Thuisgevoel
12/10/2024
Deze column is gepubliceerd in Weekend nummer 41
Tien jaar geleden was het bijna niet voor te stellen, prinses Beatrix terug op Paleis Soestdijk. Uit alles bleek dat dat een afgesloten hoofdstuk was. Het was geen geheim dat Beatrix er niet haar gelukkigste tijd had beleefd. Zo goed als ze altijd was geweest met haar vader Bernhard, zo bevreemdend moet het zijn geweest toen hij was overleden. In december alweer twintig jaar geleden. Hij was nog niet bijgezet in Delft, of haar beeld van de Prins der Nederlanden was compleet veranderd, met name door een postuum gepubliceerd interview dat hij had gegeven.
Door Rick Evers
Na de dood van Bernhard – Juliana overleed al eerder dat jaar, ook twintig jaar geleden dus – was de ziel uit Soestdijk. Met de zussen werd het paleis leeggeruimd. Persoonlijke bezittingen verdeeld. Of weggegooid. Deels ter veiling aangeboden, voor het goede doel. Slaapkamers werden compleet gesloopt, ontdaan van herinneringen, zodat men niet zou kunnen zien hoe koningin Juliana en prins Bernhard hun laatste jaren hadden gesleten. Het paleis is ontzield.
Bent u er weleens geweest? In de eerste jaren van openstelling kreeg je nog wel een aardig idee van hoe er gewoond werd. Intussen is dat anders. Langzaam maar zeker verdwijnt er steeds meer in het paleis. Aan wát er nog staat, hangen opzichtig kaartjes. Want veel spullen horen wel bij het paleis, maar zijn staatsbezit. Niet eens zo lang geleden verdween bijvoorbeeld in de Waterloozaal het gigantische portret van de latere koning Willem II te paard, dat speciaal voor deze zaal gemaakt werd. Een schilderij dat niet de slag bij Waterloo afbeeldt, maar die van even daarvoor, bij Quatre-Bras. Het is weggehaald ter restauratie. “Hebben ze dan een vervangend doek neergehangen?” vroeg ik een tijd geleden naïef aan de huidige eigenaresse, Maya Meijer-Bergmans. Tegen beter weten in. Nee dus. Ze heeft zelf een kopie laten bedrukken, om niet met een lege muur achter te blijven.
Ze kocht het paleis voor 1,7 miljoen euro – symbolisch voor het aantal Nederlanders maal een ’dubbeltje op de eerste rang’ – maar naarmate de tijd vordert, lijkt het haast een kat in de zak. Zo veel plannen die uiteindelijk niet tot uitvoer mochten worden gebracht, terwijl van de opbrengst de extreem hoognodige restauratie van het paleis kon worden bekostigd. Wat moet het frustrerend voor mevrouw en meneer Meijer zijn. Maar het biedt wel de kans om andere projecten op en rond het paleis te doen.
De tuinen zijn opengesteld voor publiek, onder wie inwoners van de gemeente, die een gratis jaarkaart krijgen. Beatrix woont in Lage Vuursche, op Kasteel Drakensteyn, dat ook bij de gemeente hoort. Ze is zo snel ze kon daar op zichzelf gaan wonen en keerde een jaar na haar aftreden terug. Of prinses Beatrix als inwoonster ook zo’n jaarkaart voor de paleistuin heeft gekregen, is niet bekend. Maar ze is inmiddels wel steeds vaker terug op het ouderlijk paleis. Voor de vijfde keer vond voor ’haar’ Spierfonds het Oranjepad plaats, een wandeltocht door de omgeving waarbij de finish bij Paleis Soestdijk ligt.
Voordat de eerste wandelaars aankwamen, ging Beatrix in gesprek met betrokkenen en vrijwilligers. Sommigen in een rolstoel, aan sommigen was nauwelijks te zien dat ze een spieraandoening hebben. Zoals de tiener bij wie thuis een traplift voor hem is geïnstalleerd. “Maar je loopt nog niet met een stok”, zei Beatrix. “Ik heb hem inmiddels wél mee”, lachte de prinses.
Beatrix lacht veel vandaag. Goedgeluimd. Ze lijkt zich vrijer te voelen. Het gebeeldhouwde kapsel, vakkundig getoupeerd en in de lak gezet, is ook niet meer zoals het was ten tijde van haar koningschap. Het leek bijna alsof ze het die dag zelf had gedaan. Zoals ze waarschijnlijk thuis ook zou rondlopen. Misschien voelde ze zich wel weer thuis. Maar het kan ook zijn omdat ze al maanden op zoek is naar een kamenier, om haar daarbij te helpen.
Beeld: Patrick van Katwijk
Deze column is gepubliceerd in Weekend nummer 41, nú in de winkel! Of lees ‘m online. Liever bestellen? Dat kan hier.