Uit de verkleedkist
01/10/2023
Deze column is gepubliceerd in Weekend nummer 39
Door Rick Evers
Ze is de meest gefotografeerde vrouw van Nederland. Mensen zijn vaak nieuwsgierig naar wat ze aanheeft. Haar kleding wordt bij hoge uitzondering weleens uitgeleend aan musea, maar de expositie rond haar veertigste verjaardag met haar meest iconische outfits – van postzakpak en spijkerjasje tot galajurken – was een van de best bezochte tentoonstellingen op Paleis Het Loo ooit. Ik heb het natuurlijk over Máxima.
En ik moet toegeven, ze weet me vaak te verbazen en te verwonderen. Zeker als ik de kans krijg de kleding van dichtbij te zien, of van haar ontwerpers tekeningen of detailfoto’s krijg waarop het minutieuze vakmanschap zichtbaar wordt. Of ze nou in België de ene dag een gloednieuwe, sprookjesachtige jurk draagt of de dag erna met een ruim twaalf jaar oude jurk voor de dag komt, ze weet een wow in mij te ontlokken.
Maar toen kwam de derde dinsdag van september 2023. Ik weet niet wat u ervan vond, maar ik heb er eigenlijk geen woorden voor. Niet in positieve zin. Noem me gerust een oude, conservatieve zuurpruim. Ik heb het over de combinatie die koningin Máxima op Prinsjesdag droeg. Laat ik de kleurcombinatie ’bijzonder’ noemen. De mantel deed wat seventies aan, door de kleuren en de geschulpte rand. Misschien iets voor een personage uit een kinderfilm. Maar wat minder voor een koningin, als ik het voor het zeggen had. Toen ik aan de rode loper bij de Koninklijke Schouwburg de koningin uit de Glazen Koets zag stappen, kreeg ik kortsluiting. Hé, een ontwerp van Claes Iversen, dacht ik direct. Uit zijn collectie van verleden jaar met de titel Play. Hij omschreef die als: “Het gevoel om spontaan, intuïtief, en ongedwongen een outfit samen te stellen – zoals een kind zich verkleedt met oude spullen uit de verkleedkist – dat is de basis van deze collectie. Een eclectische kakofonie!” Het idee dus om onderdelen los te dragen of op andere manieren te combineren. Oké, over smaak valt te twisten, maar dit kwartje was gevallen.
Maar ik dacht ook: waarom dit? Waarom nu? Onder die mantel droeg ze een mooie abrikooskleurige top met broek, écht iets voor Máxima. Maar niet voor Prinsjesdag! Op Prinsjesdag dragen de dames van de koninklijke familie een jurk. Ja, noem me nog maar een keer ouderwets. Zo’n galajurk, liefst één die over de grond sleept. Al is gala niet het juiste woord. Toen koning Willem I onze eerste Oranjekoning werd, nam hij de regels grotendeels over van het hof van zijn vader, stadhouder Willem V, die voortborduurde op de regels bij de Franse Zonnekoning. Inclusief de etiquette en regels rondom kleding. Dames aan het hof droegen een japon met lange sleep en korte mouwtjes, de armen bedekt met lange handschoenen. Hoe langer de sleep, hoe hoger men in aanzien staat. Of denkt te staan. Vier meter voor koninginnen, 3,75 voor prinsessen, voor dames 3,5 meter en voor meisjes maximaal 3,25 meter. Een hautaine ambassadeursvrouw zette zichzelf voor schut toen ze er op het paleis achterkwam dat het met een sleep van 4,5 meter toch erg lastig is om achteruit te lopen en de koningin in de ogen te blijven kijken.
Voor bezoeken buiten de deur waren de regels net wat anders. Voor zo’n ’toilette de visite’ volstond een sleep van twee meter, overdag hooggesloten met (half)lange mouwen én natuurlijk een hoed. De sleepjes werden onder Wilhelmina steeds korter, tot ze rond de Eerste Wereldoorlog nog maar net over de grond sleepten. Er werd verder versoberd, er kwamen middagjaponnen en mantelpakjes. Behalve op Prinsjesdag. De enige dag dat het eeuwenoude voorschrift van toilette de visite nog gebruikt wordt. Oké, ooit waren broeken bij dames op het paleis ook onbespreekbaar. Beatrix zag Laurentien het doen, Máxima volgde en zo werd de weg vrijgemaakt voor personeel en gasten. Tijden veranderen. Maar mag dat ene kledingvoorschrift, alleen op Prinsjesdag, alsjeblieft blijven?
Beeld: ANP/Mischa Schoemaker
Deze column is gepubliceerd in Weekend nummer 39, nú in de winkel! Dit nummer bestellen kan hier. Liever online lezen? Klik dan hier.