Waar zouden we zijn zonder koningin?
03/02/2024
Deze column is gepubliceerd in Weekend nummer 5
Door Rick Evers
De meeste koninklijke bezoeken spelen zich op één locatie af. Aankomst, handjes schudden, rondleiding, gesprek, afscheid nemen.
En anders, tijdens staats- en streekbezoeken waar het koningspaar van hot naar her gaat, worden busjes voor de media geregeld. Om alvast vooruit te reizen of juist achter de stoet aan. Fotografen willen dat niet, dan kijken ze tegen ruggen aan, zij willen al klaarstaan als het koningspaar eraan komt. Andere momenten – zoals langdradige rondetafelsessies – slaan ze liever over. Dan gaan ze alvast door naar de volgende plek, om de eerste momenten, begroetingen en onthullingen te kunnen vastleggen.
Verslaggevers zoals ik geven de voorkeur aan erachteraan hobbelen. Zo proberen we het hele gesprek mee te krijgen. Die eerste momentjes worden toch vaak overstemd door het geklik van fotocamera’s. Juist als de grote lenzen vertrekken, zien – of horen – we het achterste van de tong. Ik kan u vertellen, als er vervoer is geregeld – vaak door de provincie of ambassades – is dat alsnog geen garantie dat het goed gaat. Ik denk dat het in Senegal was dat er kleine botsing was tussen ons busje en dat van de beveiligers, waardoor we het konvooi compleet kwijtraakten en veel te laat Máxima weer hadden teruggevonden.
Dit keer was het bepaald geen Senegal, maar een solobezoek van Máxima in Almere Haven, waar ik zelf van A naar B moest zien te komen. Toen ze haar gesprek met een handwerkclub begon af te ronden, besloot ik naar de auto te snellen om alvast naar de volgende locatie te gaan, zo’n tweeënhalve kilometer verderop. In mijn overtuiging kwam ik ruim op tijd aan bij een middelbare school, de Meergronden. Mijn gedachten dwaalden af naar mijn middelbareschooltijd. Het lijkt wel of élke middelbare school hetzelfde gevoel teweegbrengt. Niet bepaald een heel fijn gevoel, als u het mij vraagt. Ineens zag ik voor het raam op de eerste verdieping de beveiligers van de koningin staan. Verdorie, was ze alsnog eerder! Hoe kon ze ongezien een school binnenkomen?
Enfin. Eenmaal binnen, lichtelijk in paniek om de weg te vinden, kwam ik uiteindelijk op de plek waar ze al geanimeerd in gesprek was met kinderen en hun ouders over kansen in de wijk. Mijn gedachten dwaalden wat af. ’It takes a village to raise a child’, stond er in grote letters op de muur. Er is een heel dorp, een gemeenschap, nodig om een kind groot te brengen. Het is een van oorsprong Afrikaans gezegde. Er is een heel ecosysteem nodig, meer dan alleen twee ouders. Van de kraamhulp en het consultatiebureau tot de oppas, leerkrachten, grootouders. Je kunt het niet in je eentje. Dat moet je ook niet willen.
Máxima was op de Meergronden in gesprek over alle mogelijkheden die kinderen en jongeren in de wijk krijgen om iets te doen naast school. Taekwondo of kookles bijvoorbeeld. Dan zou de moeder, die ook aan tafel zat, tijd hebben om wat anders te doen, stelde Máxima zich voor. “Of gewoon helemaal niks”, bekende de mama in kwestie goudeerlijk.
Niet veel later ging de koninklijke karavaan lopend verder – makkelijker te volgen voor sommige verslaggevers. Even na vijven werd het bezoek afgesloten in het buurtcentrum, waar buurtconciërges, jongerenwerkers, vrijwilligers en actieve bewoners waren samengebracht. Een gesprek dat niet alleen ging over wat er allemaal bewerkstelligd was en wat er goed ging, maar ook over wensen en dromen. En wat bleek? Sommige partijen uit dezelfde wijk hadden elkaar nog nooit ontmoet, maar zouden eigenlijk samen moeten werken om hun plannen te kunnen uitvoeren. “Soms is er een koningin voor nodig…” reageerde Máxima, toen ze concludeerde dat haar bezoek ervoor zorgde dat deze mensen samenkwamen aan één tafel. It takes a queen to raise a village…
Beeld: Rick Evers
Deze column is gepubliceerd in Weekend nummer 5, nú in de winkel! Dit nummer bestellen kan hier. Liever online lezen? Klik dan hier.