Column Marc van der Linden
04/09/2014
Het beroepsmatig volgen van de royals is het leukst als er meerdere vorstenhuizen samenkomen. Afgelopen weekend viel ik wat dat betreft met mijn neus in de boter. In Maastricht waren twee koningen, twee koninginnen, een groothertog en een groothertogin aanwezig. En dan ook nog familie van elkaar. Willem-Alexander, Filip van België en Henri van Luxemburg stammen alle drie af van koning Willem I.
Dat maakte het extra leuk dat zij samen in Maastricht de viering meemaakten van het feit dat hun voorvader 200 jaar geleden de eerste Oranje-koning was van een land dat toen nog bestond uit het huidige Nederland, België en Luxemburg. Ik had een mooi plaatsje op de tribune en in het theater en kon het allemaal goed in de gaten houden.
Dat Máxima en Mathilde het goed met elkaar kunnen vinden, is al langer duidelijk. De twee vrouwen hebben niet alleen dezelfde smaak op modegebied, maar lijken ook hun gevoel voor humor te delen. Alleen lachen ze allebei op een andere manier. Máxima is de uitbundigste van de twee. Als zij lacht, ontgaat dat niemand. Mathilde doet het ingetogener, maar in haar ogen is de pret duidelijk waarneembaar.
Groothertog Henri van Luxemburg is een volle neef van koning Filip van België. Maar de twee mannen zijn erg verschillend. Henri is charmant en voorkomend, terwijl Filip toch wat onhandig blijft overkomen. Als er een groepsgesprek is, lijkt hij altijd een beetje afwezig, alsof hij met zijn hoofd ergens anders is. Koningin Máxima en groothertogin Maria Teresa hebben allebei een Latijns-Amerikaanse achtergrond. Samen praten ze in het Spaans. Maar als ze met anderen zijn, schakelen ze over op Frans of Engels. Koning Willem-Alexander, koning Filip, groothertog Henri en president Gauck van Duitsland konden met gemak Duits met elkaar spreken. Maar zodra Máxima erbij kwam, moest de taal worden aangepast omdat zij het Duits nog niet machtig is.
De vorstenhuizen van Nederland, België en Luxemburg kennen elkaar goed en dat maakt dat ze ook informeel met elkaar omgaan. Maar daar is bij zo’n openbare gelegenheid nauwelijks iets van te merken. Hoewel ze hartelijk met elkaar omgaan, blijft het allemaal redelijk formeel. Zelfs tijdens een ritje in de bus blijven de gezichten op de koninklijke stand. Niemand die tijdens het sluiten van de deuren een goede grap maakt en voor gelach zorgt en evenmin gezichten van twee vorstinnen bij elkaar om even de laatste nieuwtjes uit te wisselen. Ik weet zeker dat dat ook weleens gebeurt. Maar zeker niet tijdens de officiële momenten, daar blijft iedereen in zijn rol. Business komt, ook in koninklijke kringen, op de eerste plaats. En daarna pas het plezier.