Column Patty Brard
02/04/2014
Janine Abbring kreeg als deelnemer aan Wie is de Mol? in 2012 de opdracht van een hoge rots te springen, waarbij ze haar ruggenwervel verbrijzelde. Zij heeft tot op de dag van vandaag last van haar rug. Wetende dus wat er met je kan gebeuren als je verkeerd terechtkomt, vloog de vlam in de pan toen Gerard Joling over het nieuwe seizoen van Sterren Springen zei dat hij hoopte dat er weer iemand een harde klap zou gaan maken, zoals mij overkwam in serie 1. ’Het zou mooi zijn als we weer zo’n moment krijgen’, aldus Geer. ’Het levert goede televisie op!’
Janine noemde de makers van Sterren Springen ’randdebielen’ en zei op social media: ’Ik vind dit absurd, helemaal omdat het live is en ’hopen op ’n klap’ een deel van de aantrekkingskracht is. Walgelijk. Middeleeuws, bijna. Het is de moderne versie van de leeuwenkuil!’ Twitter ging op tilt, Janine kreeg veel bijval. Aangezien ik het onderwerp van dit gesprek ben – of moet ik zeggen het nog steeds lijdende voorwerp – wil ik hier graag wat over zeggen. Ik vond het een SUPERleuke ervaring. Onze club had het onderling heel leuk met elkaar. Ja, ik ben keihard voor de hele natie live op mijn bek gegaan. En nee, het ging niet om een bloedende lip alleen. Ik heb er een whiplash aan overgehouden en een hersenschudding, waar ik af en toe nog last van heb. Als ik moe ben, gooi ik zelfs woorden of letters door elkaar, dat is begonnen na die klap. Spijt? Nooit. Het is iets wat iedereen zou moeten proberen te leren. Janine, ik begrijp je woede, maar ik was gek genoeg met mijn dikke lijf goed genoeg getraind voor de sprong die ik moest maken, jij duidelijk niet. Dat is pas gevaarlijk en randdebiliteit van de programmamakers. Door het vele trainen wist ik die avond alleen niet meer of ik een enkele salto of de anderhalve salto van de week erop moest doen. Ik hoop dat alle kandidaten van Sterren Springen 2 net zo zullen genieten als ik heb gedaan en zich goed zullen concentreren. Je gunt niemand zo’n klap, maar randdebielen… dat vind ik wat ver gaan!