Column Patty Brard
27/09/2017
Ik heb de documentaire over het leven van Whitney Houston gekeken op Netflix. Normaal gesproken verlaat Antoine de kamer als ik dit soort ’meisjesdrama’ kijk, maar heel verrassend zat hij er ook meteen in. En we hebben er nog lang over nagepraat.
Wij dachten allebei dat de man van Whitney, Bobby Brown, achter haar drugsverslaving zat die haar uiteindelijk de dood in dreef. Na het zien van de documentaire blijkt dat toch anders te zijn. Zoals haar bodyguard van destijds, David Roberts, het samenvatte: ’Whitney is niet overleden aan een overdosis, maar aan een gebroken hart!’
Na het zien van deze documentaire kan je niet anders dan het daar volledig mee eens zijn. Allemachtig, want heeft deze vrouw een moeilijk leven gehad. Allereerst kwam ze uit een achterstandswijk, waar drugsgebruik werd gezien als heel normaal. In de weekenden werd recreatief gebruik daarvan beschouwd als iets wat bij het loltrappen hoorde.
Whitney werd op jonge leeftijd ontdekt en gelanceerd als de eerste zwarte zangeres die popmuziek zong. Alles wat te ’zwart’ of te gospelachtig klonk, werd meteen verwijderd uit het repertoire: ze moest en zou de ultieme zwarte popmuziekzangeres worden. En dat is gelukt. Wel met het gevolg dat de zwarte bevolking van Amerika haar bijvoorbeeld op de Soul Train Awards keihard uitjoelde, wat Whitney niet in de koude kleren ging zitten.
Gelukkig had Whitney een fantastische vriendin, Robyn, die haar steun en toeverlaat was in deze moeilijke situaties. Omdat Robyn lesbisch was, werd ook Whitney vaak zo betiteld, iets wat not done is in de zwarte wereld. Toen was daar Bobbie Brown, die haar echtgenoot werd en Robyn er min of meer uitwerkte. Voeg daar moeder Cissy aan toe die jaloers was op de carrière van haar dochter omdat ze die zelf ambieerde, een vader die een slordige 100 miljoen van haar eiste en een man die vreemdging met haar hele staf, tja, dan is het troost zoeken in drank en drugs een kleine stap.
Ik kan me goed voorstellen dat die arme vrouw dodelijk eenzaam was en zich in de steek gelaten voelde, zeker omdat ze alles voor haar familie overhad en de hele boel zelfs onderhield! Het is geen wonder dat ze zich vaak afvroeg: ’Can I be me?’, zoals de titel van de film luidt. Whitney werd amper 48 jaar en heeft nooit de kans gekregen zichzelf te zijn, op geen enkel vlak.