Column Marc van der Linden – Amalia’s salaris voor drie weken niks doen
21/09/2020
Op 7 december 2021 bereikt de Prinses van Oranje de leeftijd van achttien jaar. Een mijlpaal, waarvoor ze ongetwijfeld haar geplande wereldreis zal onderbreken en een leuk feestje gaat geven. Misschien krijgt het land haar ook nog wel even te zien en te horen, maar ik verwacht niet dat ze in de weken daarna al wordt geïnstalleerd bij de Raad van State. Ze kan besluiten de feestdagen in Nederland door te brengen, maar iets in mij zegt dat de hele familie dat jaar de kerst weer viert in de zon in Argentinië. De dierbaren van de prinses zullen zich op de kerst verheugen, want twee weken daarvoor heeft Amalia haar eerste ’loonstrookje’ gehad. En veel mensen geven zo’n eerste salaris uit aan cadeaus voor dierbaren… De prinses van Oranje heeft nogal wat te besteden en heeft dus de kans om al haar dierbaren eens lekker te verwennen. Conform de Wet Financieel statuut van het Koninklijk Huis ontvangt zij als vermoedelijke opvolger van de koning vanaf haar achttiende verjaardag een grondwettelijke uitkering van in totaal €1.587.000,– per jaar, waarvan €282.000,- het privé-inkomen is, belastingvrij. Daarnaast krijgt ze ook nog eens €1.305.000,- de zogeheten B-component voor personele en materiële uitgaven. Daarbij moet u denken aan een kamenier die de kleding verzorgt, misschien een huishoudster en een klein secretariaat. Die bedragen zijn echter voor een heel jaar. Meer dan anderhalf miljoen is ontzettend veel geld voor een meisje van achttien dat van plan is een halfjaar te gaan reizen na haar verjaardag, om dan eind van de zomer te gaan studeren. Tussendoor komt ze af en toe naar ons land terug om evenementen mee te maken. In die jaren is met name die enorme onkostenvergoeding dus overbodig. Omdat Amalia op 7 december achttien wordt, krijgt ze dan voor de 24 dagen die het jaar nog telt het lieve sommetje van €107.000,-. Bij het zien van dat bedrag, voor slechts drie weken en vier dagen, besef je hoe groot het jaarbedrag is.
Amalia kan er niets aan doen, het is de politiek en tijdens verkiezingen zal die nooit iets doen wat mogelijk negatief is voor de Oranjes, uit vrees voor afstraffing door de kiezer. Ik vrees dat ze zich vergissen. Ook Oranjefans vinden het te hoog. Wat langer geleden, voordat in 1972 het Financieel statuut werd opgesteld, was het Juliana die zo’n drie ton in guldens kreeg. Het was crisis en er was honger. Daarom stortte de oud-vorstin elk jaar twee ton in het crisiscomité. Het land vond het prachtig, maar de heren van de regering vonden het niets. Ze hadden het na zorgvuldig rekenen en goed nadenken een redelijk geschat bedrag gevonden en vreesden dat de prinses tekort zou komen. Juliana zou opgestaan zijn en hebben gezegd: ’Heren, ik woon bij mijn moeder, ik weet wat melk kost, een speklap en wat sigaretten. Ik hou heel veel over van mijn toelage en dat geef ik liever aan de mensen die het nu nodig hebben dan dat mijn bankrekening groeit en om me heen de mensen creperen.’ Dat sociaalbewuste schijnt Amalia van Juliana te hebben, dus dat eerste salaris voor vierentwintig dagen niks doen gaat waarschijnlijk op aan dure cadeaus voor zusjes, ouders en vriendinnen en vrienden.