Column Marc van der Linden – Grieks drama
26/10/2020
Koning Willem-Alexander mag zijn handen dichtknijpen met een premier als Mark Rutte, maar aan de boze blik van de koning te zien bij terugkeer van de afgelaste vakantie, was hij dat misschien hooguit van plan met de keel van de premier ertussen… Niet dat de koning per se woest was op de minister-president, maar meer uit frustratie en chagrijn over het feit dat zijn vakantie niet doorging. En vast ook omdat hij bovenal boos moest zijn op zichzelf. De koning is ook maar een mens en in eerste instantie geeft elk mens anderen de schuld als er iets verkeerd gaat. Pas later dringt het besef door dat je zelf ook een verantwoordelijkheid draagt. Willem-Alexander heeft het zelf zo vaak gezegd: ’Ik ben 24 uur per dag, zeven dagen per week staatshoofd. Oók als ik op vakantie ben.’
In dit specifieke geval heeft Rutte alle schuld op zich genomen. Dat kan ook niet anders, want hij is uiteindelijk staatsrechtelijk verantwoordelijk voor alles wat de koning doet. ’Als minister-president ben ik verantwoordelijk voor de koning. Ik was op de hoogte van de voorgenomen vakantie van de koning in zijn verblijf in Griekenland. Hierbij heb ik een verkeerde inschatting gemaakt. (… ) Ik heb te laat beseft, zeker na de persconferentie van dinsdagavond 13 oktober jl., dat de voorgenomen vakantie, die paste binnen de voorschriften, niet langer te rijmen was met de oplopende besmettingen en de aangescherpte maatregelen. Dit had mij eerder aanleiding moeten geven tot heroverweging van de voorgenomen vakantie. Voor het voorgaande draag ik de volledige ministeriële verantwoordelijkheid.’ Daar is geen speld tussen te krijgen. In principe zou Willem-Alexander fout op fout kunnen maken en moet de minister-president daarvoor diep door het stof. Het publiek kijkt ecjter niet naar die staatsrechtelijke aspecten, maar naar de daden. En zag de koning en de koningin op vakantie gaan, terwijl ze meestal heel goed aanvoelen wat ze moeten doen. Tijdens de afgelopen maanden hebben Willem-Alexander en Máxima zich heel erg gericht op alle groepen die het meest te maken kregen met corona en de gevolgen daarvan. Je merkte dat het publiek dat zeer waardeerde, maar dat men ook vreemd keek toen het nieuws over een nieuwe boot van bijna twee miljoen in het nieuws kwam. Daar kon de koning weinig aan doen. De boot was al ruim voor corona besteld en met eigen geld betaald, in een tijd dat Nederland er economisch beter dan in de afgelopen veertig jaar voor leek te staan. De Amalia-toelage zorgde ook voor gekrakeel, maar die ligt eigenlijk al sinds 1972 vast. Het voelt ineens anders omdat veel mensen financieel zware tijden doormaken of bang zijn hun baan en vaste inkomen kwijt te raken. In het geval van deze vakantie had de koning zich echter ook achter zijn oren kunnen krabben met de vraag: moeten we wel gaan? Dat hij mócht gaan wilde nog niet zeggen dat hij hóefde te gaan. Dat hij wilde, snapt iedereen. Maar als hij vrijdag uit zichzelf had besloten ook thuis te blijven, uit solidariteit met al die mensen die thuiszitten, bang zijn voor corona of zich financieel niet kunnen permitteren op reis te gaan, was dat loffelijk geweest. Hij had ook zijn eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen. De lijn tussen applaus en boegeroep is vaak flinterdun…