Column Marc van der Linden – Koninklijke erkenning
28/09/2020
Het virus dat de wereld in zijn greep houdt, heeft een aantal namen. Je hoort tegenwoordig, geloof ik, covid-19 te zeggen, maar de meeste mensen hebben het nog steeds over corona. Het is latijn voor kroon. Die naam kreeg het virus nadat het microscopisch vele malen vergroot werd bekeken en er ’kroontjes’ op ’stengels’ te zien waren. Door de nieuwe strenge maatregelen, aangekondigd een paar dagen na Prinsjesdag – met name voor de provincies Noord- en Zuid-Holland – zijn we allemaal weer met de neus op de feiten gedrukt. De ziekte is nog lang niet weg. Sterker nog, er wordt verwacht dat het, als het kouder wordt, nog harder zal toeslaan. Het is dan ook onbegrijpelijk dat er zoveel mensen zijn die veel risico nemen en daarmee zichzelf en anderen in gevaar brengen. De koning sprak tijdens de troonrede natuurlijk ook over de gevolgen van dit gevaarlijke, gemakkelijk overdraagbare virus. Hij toonde echter ook begrip voor met name de jongeren, die zoveel missen. Misschien wel met zijn eigen dochters voor ogen zei hij: ‘Hoezeer zij die vrijheid nu missen, hoe zij sleutelmomenten in het leven zomaar zien passeren en hoe extra onzeker de toekomst door de coronacrisis voelt.’
Ik dacht aan mijn eigen jonge jaren. Wat was het leuk. Het ontdekken van ’de wereld’: uitgaan, feestjes, verliefd worden en dingen doen die je ouders niet
meteen hoeven te weten, of nooit! Je verantwoordelijkheidsgevoel is dan niet op zijn grootst. Om de slogan van de omroep Veronica uit mijn jonge jaren nog maar eens te herhalen: Je bent jong en je wil wat. Niemand wil echter corona, ook al heb je als jongere een veel grotere kans daarvan thuis te kunnen uitzieken. Dat was zeker in het begin van de pandemie nauwelijks aan de orde. Duizenden mensen stierven en de ziekenhuizen lagen vol. De koning stond ook stil bij die tijd. ‘Mijn bewondering en dank gaan uit naar iedereen die in de zorg en elders in de samenleving al het mogelijke deed om de coronacrisis het hoofd te bieden; verpleegkundigen en schoonmakers, boa’s en defensiepersoneel, supermarktmedewerkers en mensen in het openbaar vervoer. Ik wil daarnaast mijn steun en medeleven betuigen aan hen die door corona zijn getroffen, of die een geliefde moeten missen. (…) Corona raakt ons in school en werk. In het gemis van een aanraking. En vooral: in ons gevoel van veiligheid en vertrouwen. Want geen eindexamen kunnen doen, een begrafenis in zeer kleine kring, niet op bezoek kunnen bij je man of vrouw in het verpleeghuis, als ondernemer ineens je levenswerk verliezen, of je baan – het is allemaal enorm ingrijpend. Voor al die gevoelens van stress, eenzaamheid en verlies moet ruimte zijn en erkenning. Binnenkort geven we daar in het hele koninkrijk in verbondenheid uitdrukking aan onder de noemer aandacht voor elkaar’, aldus de koning. Een campagne met spotjes die ons wijzen op aandacht voor elkaar? Mooi hoor, maar de mensen in de frontlinie verdienen minimaal een lintje. Tot 1969 hadden de Oranjes in hun Huisorde een medaille voor Moed en Zelfopoffering. Breng die medaille terug. Een medaille is op zich slechts een penning aan een stukje stof, maar bij de jaarlijkse lintjesregen zien we hoeveel zo’n onderscheiding kan betekenen voor mensen. Het is een blijk van koninklijke erkenning en waardering. Juist vanwege de naam van de ziekte, corona (kroon), is zo’n lintje van de koning extra toepasselijk.