Cornald en Jan zien ‘Italiaans rommeltje’ in Turijn
12/05/2022
Songfestivalcommentatoren Jan Smit en Cornald Maas kijken met enige verbazing naar de productie van het Eurovisie Songfestival van dit jaar. In vergelijking met Rotterdam ligt de lat in Italië een stuk lager.
“Ik heb als presentator vorig jaar gezien hoe wij haast met een militaire operatie bezig waren”, kijkt Smit terug in gesprek met het ANP. “Met het presentatieteam stonden we alles tot in den treure te oefenen. Als ik dan nu de productie van dit jaar bekijk… Zonder de productie hier tekort te komen: bij ons was het gewoon keer tien.”
Ook het presentatietrio, dat bestaat uit Mika, Laura Pausini en Alessandro Cattelan, weet Smit nog niet te overtuigen. “Het is bij lange na niet goed genoeg, niet om mezelf op te hemelen, maar er is weinig chemie. Ze weten bij de repetities niet eens wat er komt. Het is gewoon een rommeltje, dat is zo zonde. Dan denk ik: ja, werden wij nou zo gedrild of zijn ze hier nou te laks?”
Bredere blik
Volgens Maas gaat het in Turijn allemaal op z’n Italiaans. “Daar waar Nederland zijn zaakjes altijd wel op orde heeft, denken ze hier: het komt allemaal wel. We gaan een beetje terug in de tijd. Het valt me ook op dat de Italianen hier vooral zichzelf vieren. Een instart over Sanremo is vooral leuk voor Italië en niet per se voor Europa. Die geschiedenis zegt Europa weinig. Ik had een iets bredere blik verwacht.”
Smit en Maas zijn op het songfestival voor het eerst sinds 2019 weer herenigd. Na de overwinning van Duncan Laurence in Tel Aviv volgde eerst een coronajaar en in Rotterdam stond Smit op het podium als presentator. Maas leverde toen commentaar met Sander Lantinga. De twee hebben elkaar naar eigen zeggen gemist.
Good old days
Maas: “Ik vond het vorig jaar heel gek, toen Jan ging presenteren. Dat wist ik natuurlijk van tevoren. Het rare is dat je in al die tijd een behoorlijk vanzelfsprekende dynamiek opbouwt met elkaar. Je kent elkaar goed en weet ook hoe de ander reageert. Ook dit jaar weten we echt niet van elkaar wat we gaan zeggen. Met Jan zijn het weer de ‘good old days’.”