Herman van der Zandt: ‘Iedereen moest weg’

29/01/2015

Herman van der Zandt presenteerde donderdagavond het Achtuurjournaal toen hij van verslaggever Martijn Bink te horen kreeg dat iedereen het pand moest verlaten. "Dan moet je jezelf in veiligheid brengen en de uitzending vergeten.''

"We stonden allemaal klaar voor het journaal, hadden gerepeteerd, het kon elk moment beginnen. Het zal een halve minuut voor 20.00 uur zijn geweest. Ik had contact met verslaggever Martijn Bink, die elders in het pand aanwezig was. Ik zag op het beeld dat daar iets gebeurde, maar kon niet goed precies zien wat. "

Van der Zandt dacht nog heel even dat het een grap was, maar zag aan het gezicht van Bink dat het serieus was. "Dan moet je niet nadenken en zorgen dat je wegkomt. De uitzending even vergeten, en jezelf in veiligheid brengen. Je weet ook niet of er meer mensen in het pand zijn. Via een kruipdoor sluipdoor-weg zijn we buiten beland.''

Of de nieuwslezer niet bang was? Van der Zandt zegt van niet. "Ik heb geen pistool gezien, heb de bedreiger niet gezien, misschien dat dat scheelt. Ik heb verder ook geen tekenen van paniek gezien. We willen snel weer aan het werk."

“Verschrikkelijk, bizar. Dat verwacht je niet. Zeker niet bij het NOS-gebouw, dat heel goed beveiligd is,” Dat zei NOS-directeur Jan de Jong donderdagavond over de man die met een wapen de studio binnendrong.

Hij sprak vol lof over de professionaliteit van de mensen in het gebouw, die 112 gebeld hebben, en over de politie "die de man heel snel heeft overmeesterd''.

"Schokkend dat er opeens iemand in de studio staat die iets eist." Dat was de eerste reactie van NOS-hoofdredacteur Marcel Gelauff donderdag op de overvaller die in de studio zendtijd eiste.

"Ik weet niet precies hoe het heeft kunnen gebeuren. Het gebouw is zeker beveiligd op allerlei manieren, met pasjes en sluizen. Maar het is moeilijk om iemand tegen te houden die een wapen heeft." Gelauff heeft zich meteen na het incident ontfermd over zijn enorm geschrokken collega's. "In eerste instantie hebben we daar aandacht aan besteed: hen opvangen en naar hen luisteren."

De hele publieke omroep is hierdoor getroffen, stelde Gelauff.