Koningspaar bij Auschwitz-herdenking
24/01/2015
Koning Willem-Alexander en koningin Máxima zijn dinsdag in Polen bij de grote internationale herdenking van de 70e verjaardag van de bevrijding van het naziconcentratie- en vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau. Ook minister-president Mark Rutte woont de plechtigheid bij, naast tal van andere staatshoofden en regeringsleiders. Opvallendste afwezige is de Russische president Vladimir Poetin. Het was het Rode Leger dat op 27 januari 1945 het kamp bevrijdde.
De koning heeft vrijdag al een voorschot genomen op de herdenking door in het voormalige doorgangskamp Westerbork een aantal van de namen voor te lezen van de 102.000 Nederlanders die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn gedeporteerd. Een groot aantal kwam terecht in Auschwitz, waar bijna 59.000 Nederlanders werden vermoord: Joden, Roma en Sinti.
Het is ook niet voor het eerst dat Willem-Alexander en Máxima in Auschwitz zijn. In april 2005 openden ze als prinselijk paar de nieuwe permanente expositie in het Nederlands paviljoen in barak 21. "Een zeer indrukwekkend monument ter herinnering aan de grootste misdaad ooit tegen de mensheid begaan. Nooit meer Auschwitz", schreef Willem-Alexander in het gastenboek. Tien jaar eerder was hij er ook geweest, met zijn vader prins Claus en broers Friso en Constantijn, zo vertelde hij destijds. "Wij mogen nooit vergeten”, was de boodschap die koningin Beatrix eveneens overbracht toen ze in 2005 de 60e herdenking van de bevrijding van het kamp bijwoonde.
Willem-Alexander bekommert zich zeer om de overlevenden van de verschrikkingen uit de Tweede Wereldoorlog, zo bleek vorig jaar reeds bij zijn staatsbezoeken aan Polen en Japan. Hij besteedde in Warschau aandacht aan het ontwerp voor een herdenkplek bij het vernietingskamp Sobibor, bezocht in Amsterdam de bijzondere muzikale voorstelling van Sobibor-overlevende Jules Schelvis en nodigde slachtoffers van de Japanse wreedheden uit bij de receptie met de Japanse keizer. De koning laat zich daarbij leiden door respect voor de overlevenden en de noodzaak de herinnering aan de gebeurtenissen levend te houden.