De Grote Grijze Belofte Van Gerard Cox.

Koos Postema probeert leven weer vorm te geven na verlies echtgenote Ineke: ‘Valt niet mee’

Bijna twee jaar geleden moest verslaggever en presentator Koos Postema (89) totaal onverwacht afscheid nemen van Ineke, de vrouw waarmee hij sinds zijn achttiende samen was. Sindsdien probeert hij zijn leven weer vorm te geven, alleen. “Daar ben ik nog mee bezig, maar het valt niet mee”, zegt hij in AD-bijlage Mezza.

Ineke werd bijna twee jaar geleden in het ziekenhuis opgenomen voor een nieuwe heup. De operatie slaagde, maar toen kreeg ze een infectie. “Ze heeft lang in het ziekenhuis gelegen. Opeens ging ze achteruit”, vertelt Koos. “Ze is nog vijf dagen thuis geweest, maar gleed weg. Verschrikkelijk. Zoveel verdriet, maar ook boosheid. Ze was zo gezond als een vis.”

Op aandringen van zijn dochters verruilde hij de villa die hij altijd deelde met Ineke, voor een woning in een wooncomplex in Soest. “Ze hebben me min of meer gedwongen”, aldus de verslaggever. “Ze zagen in dat grote huis een treurige man rondlopen. Ze houden van aanpakken en hadden gezien dat deze woning was vrijgekomen. Ze hebben gelijk gehad, de villa was te groot geworden.”

Hij heeft het daar goed naar zijn zin – “Het is rustig, je kunt hier ’s avonds warm eten – ik ben geen koker – en je kunt af en toe aanschuiven bij een borrel, film of lezingen” – en heeft gelukkig veel aanloop. “Ik heb steun aan mijn dochters, we hebben veel contact. Ze spelen een grote rol. De kleinkinderen ook. Ze zijn ook niet zo klein meer, want de jongste is 23, de oudste dertig. Ze komen geregeld langs. Gezellig. Vrienden en oud-collega’s komen ook nog regelmatig langs.”

‘We konden verschrikkelijk lachen’

Maar ondanks dat is het leven zonder Ineke een stuk stiller. “We konden verschrikkelijk lachen”, beschrijft Koos. Wat zouden ze zich samen bescheurd hebben om, zoals Koos het noemt, “een van de vervelendste ontwikkelingen op televisie”: de pen die veel presentatoren tegenwoordig steevast in de hand hebben. “Die vulpen van Sven Kockelmann, we zouden er veel lol om hebben gehad.”

Beeld: Reni van Maren