Lucille Werner terug op tv? ‘Ik vind mezelf geen echte politica’
30/08/2024
Dit interview is gepubliceerd in Weekend nummer 32
Nu Lucille Werner haar politieke werk aan de wilgen heeft gehangen, heeft haar Servaas weer iets aan z’n vrouw. “Geen gestreste avonden meer, geen dossiers meer moeten lezen. Ik ben blij dat het klaar is. Ze was vaak weg en ook veel bezig op haar werkkamer.”
Door Emelie van Kaam
Je bent weg uit de Tweede Kamer.
LUCILLE WERNER: “Ja, dus ik ben nu aan het herbronnen, om het maar zo te zeggen. Ik ben met veel mensen koffie aan het drinken en plannen aan het maken, dat is erg leuk.”
Wat wil je nu?
“Ik wil zo ontzettend veel, maar wat ik nou precies ga doen, houd ik nog even lekker voor me. Ja, televisie zou zomaar weer kunnen. Dat is wel mijn vak natuurlijk. Ik blijf creatief, blijf met ideeën rondlopen en blijf kopjes koffie drinken. Je weet maar nooit.”
Ik vind je ook meer een tv-gezicht dan een politica. Vind jij zelf van niet?
“Nou, ik had gewoon een missie. Ik wilde een betere wereld voor mensen met een handicap in ons land. Wat ik daar heb kunnen doen, is toch nét wat beter voor mensen met een handicap. Daar ben ik heel trots op. Dat heb ik kunnen doen. Een echte politica vind ik mezelf niet. Maar met een missie de Kamer ingaan, is ook goed. Je hebt mensen nodig die er specifiek op een onderwerp voor gaan. En dat was hartstikke leuk, een mooie ervaring.”
Was het voor jou wel klaar?
“Ik wilde sowieso maar één periode, maar ja, het kabinet is eerder gevallen. Ik had het graag af willen maken, maar dat heb je natuurlijk zelf niet in de hand.”
Heeft je man nu weer meer aan jou?
“Heb jij nu meer aan mij, nu ik weer terug ben uit de Kamer?”
SERVAAS: “Zéker weten. Geen gestreste avonden meer, geen hele dossiers meer moeten lezen. Ik ben blij dat het klaar is.”
Was Lucille veel weg?
“Ze was vaak weg, maar vooral ook veel bezig.”
LUCILLE: “In de papieren.”
SERVAAS: “Dan was ze wel thuis, maar zat ze op haar werkkamer.”
Je klinkt niet als een leuke vrouw voor je man in de afgelopen periode.
LUCILLE: “Jawel toch?”
SERVAAS: “Ho, ho. Jawel, jawel!”
LUCILLE: “Nee, hij zag me minder en nu ziet hij me meer.”
SERVAAS: “Ik was erg trots op haar en dat ben ik nog steeds. Dat compenseert veel.”
Maar in welke functie zie je haar het liefst?
SERVAAS: “Als mijn echtgenote.”
LUCILLE: “Haha, wat een antwoord. Heel goed!”
Jullie hebben ook een kindje natuurlijk.
“Ja, onze lieve Angel, dat gaat fantastisch! Hij is nu veertien. Voor mijn Tweede Kamer-werk zijn we vorig jaar naar Voorburg verhuisd. Dus ik heb man en kind meegesleept, we woonden eerst dichtbij Hilversum en nu dicht bij Den Haag. Angel ontdekt de hele stad. Hij vindt het geweldig om daar met vrienden te lanterfanten, die jongen is helemaal gelukkig.”
Dus jullie gaan niet terug?
“Nee, voorlopig niet. Dat kunnen we die kleine niet aandoen. Ik heb wel altijd een beetje dat ik denk: wat is er nog meer? Wat valt er nog meer te ontdekken in de wereld?”
Is Angel aan het puberen?
“Zeker! Maar het is een makkelijke puber, hè. Geen ingewikkelde en moeilijke puber.”
SERVAAS: “Het wordt eigenlijk alleen maar leuker, want je begint steeds meer jezelf in hem te herkennen.”
LUCILLE: “Heeft hij je een beetje meegeholpen met aankleden vandaag?”
SERVAAS: “Zeker. ’Papa, je ziet er goed uit’, zei hij.”
Waarin herken je jezelf dan?
“Nu hij ouder wordt, begint hij zich meer als man te ontwikkelen natuurlijk. Dus veel dingen die je zelf hebt, zie je terug in hem. Muzikaliteit – hij begint veel piano te spelen, hij begint discussies. In trekjes: hoe hij doet, hoe hij eet, hoe hij zit, hoe hij loopt.”
LUCILLE: “Hij vond het heel oneerlijk dat hij niet mee mocht naar dit AmsterdamDiner, haha.”
Waarin lijkt hij op jou, Lucille?
SERVAAS: “Dat weet ik wel!”
LUCILLE: “Wat vind jij dan? Even kijken of ik iets anders in mijn hoofd heb.”
SERVAAS: “Nou, het extroverte en het presenteren. En zichzelf presenteren.”
LUCILLE: “Ja, hij is wel een echte entertainer, van jongs af aan al. Dat vindt hij heel mooi. Maar ja, hij wil ook het grootste hotel ter wereld gaan bouwen.”
Zie jij je zoontje graag op de televisie later of behoed je hem daarvoor?
“Nee, ik hoef hem niet per se terug te zien op tv. Soms zegt hij wel: ’O mam, het lijkt me best leuk om ergens een leuk rolletje te hebben in een serie of zo.’ Maar laat hem dat maar lekker zelf uitvogelen. Als hij dat wil, dan kent hij de weg en weet hij wat hij moet doen. Dan moet hij maar naar een castingbureau gaan of wat dan ook. Hij moet zichzelf ontwikkelen, niet iets doen omdat papa toevallig regisseur is en mama een presentator.”
Jullie zijn deze week vijftien jaar getrouwd. Wat is nog steeds zo fijn in jullie relatie?
SERVAAS: “Dat kun je niet in woorden uitdrukken. Want als je het in woorden zou kunnen uitdrukken, dan is het niet heel veel. Het is een gevoel. Dat is allesomvattend.”
Jij bent wel van de woorden, Lucille. Hoe zou jij het omschrijven?
“Servaas is een erg steady man, heel stabiel. Hij is ook een ontzettende spannende man en een echte rocker. Die man is geweldig achter de vleugel en kan ook geweldig zingen. Eigenlijk is hij in zijn hart een échte muzikant, maar dat wil hij niet horen. Hij schudt alle plaatjes zomaar uit zijn mouw. Hij componeert als de beste.”
SERVAAS: “We zijn ook héél erg gek op elkaar.”
Nooit gedacht van: ik ben je zat?
SERVAAS: “Nee joh, hou op. Schei uit. Nee!”
En jij Lucille, je bent nu stil.
“Ik liet hem netjes uitpraten. Nee, ábsoluut niet, zeker niet. Het is helemaal goed.”
Beeld: Reni van Maren
Dit interview is gepubliceerd in Weekend nummer 32. Dit nummer bestellen kan hier. Liever online lezen? Klik dan hier.