Prinses Margriet herdenkt boven IJsselmeer omgekomen vliegers
12/10/2021
Prinses Margriet heeft dinsdagmiddag in Almere het standbeeld Rise onthuld ter nagedachtenis aan de omgekomen bemanning van de in 1943 in het IJsselmeer neergestorte Britse bommenwerper Short Stirling BK716. Dat deed ze in aanwezigheid van onder meer nabestaanden van de zeven militairen, afkomstig uit Groot-Brittannië en Canada.
Het monument van de hand van de in Almere wonende Britse Laura O’Neill bestaat uit een motorblok van het toestel, met daarop een levensgrote jonge piloot – de bemanning was tussen de twintig en dertig jaar – die in de richting van de Anne Frankboom in het Almeerse herdenkingsbos kijkt. Miniaturen van het beeld zijn gegeven aan de nabestaanden van de zeven vliegers.
De ingetogen plechtigheid in het Bos der Onverzettelijken had afgesloten moeten worden met een fly-past door een B-25 Mitchell van de Koninklijke Luchtmacht, maar dat feest ging op het laatste moment door een defect aan het historische toestel niet door. Tot teleurstelling van de in Almere verzamelde genodigden: onder meer veteranen, familieleden van de gesneuvelden en de ambassadeurs van het VK en Canada.
De Britse bommenwerper werd na het uitvoeren van bombardementen op Berlijn eind maart 1943 op weg terug naar Engeland neergeschoten boven het IJsselmeer. Het wrak van het toestel werd enkele jaren geleden bij toeval gevonden in het Markermeer. Aanvankelijk werd gedacht dat het een ander toestel betrof, de BK710.
Bommenwerper BK716
Nabestaanden van de bemanningsleden uit dat vliegtuig vroegen om berging. Later bleek dat de gevonden bommenwerper de BK716 was. Dat was een teleurstelling voor de eerste groep familieleden, maar Nederland blijft doorzoeken en dinsdag waren zij via een livestream toch bij de plechtigheid betrokken.
Commissaris van de Koning in Flevoland, Leen Verbeek, stelde dat het belangrijk was deze strijders voor ‘onze vrijheid’ niet te vergeten, ook al bestonden Almere en Flevoland in die tijd nog niet. Wethouder Hilde van Galderen stelde in een toespraak voor om over twee jaar weer bij het monument terug te keren om de tachtigste verjaardag van het neerstorten en de dood van de ‘zeven dappere mannen’ te herdenken.
De geborgen stoffelijke resten krijgen op een later moment een laatste rustplaats.