Column Marc van der Linden
09/03/2020
Dat de wintersportplaats Lech de Oranjes graag ziet komen moge duidelijk zijn. Meer dan welke beroemde gasten ook heeft de Nederlandse koninklijke familie het Oostenrijkse bergdorp wereldfaam gegeven. De jaarlijkse gang naar het dorp heeft voor zoveel publiciteit gezorgd dat het onbetaalbaar zou zijn als het als reclame ingekocht moest worden. De koninklijke familie komt er inmiddels 61 jaar. Prins Bernhard kwam er voor het eerst nadat hij was uitgenodigd door Erich Moosbrugger, die met zijn vrouw Irma voor de Tweede Wereldoorlog hotel Gasthof Post had overgenomen. Dat gebouw was eerst een hotel annex postkantoor. Bovendien runden de eigenaren er een boerderij. Dat leverde niet alleen verse melk en eieren voor het ontbijt op, maar ook de nodige boerderijgeuren. Toen prins Bernhard er voor het eerst kwam, was de boerderij verdwenen en was het voor de maatstaven van die tijd een luxe hotel. Lech was destijds nog grotendeels een boerendorp.
Als de ramen van de suite van koningin Juliana opengingen, snoof ze bij wijze van spreken koeienmest op. Dat gold voor de meeste skidorpen uit die tijd. De boeren hadden aan het eind van de 19e eeuw een manier gevonden om in de stille wintermaanden wat bij te verdienen. De knechten werden naar de stallen verhuisd, als ze daar al niet woonden, en het gezin sliep een aantal maanden in de woonkamer of op de deel, het stuk dat de woning scheidde van de stallen. Het leverde flink wat op. Wat Lech populair maakte was dat het redelijk sneeuwzeker is. Het ligt op zo’n 1.500 meter, zodat er in de winter vrijwel altijd sneeuw ligt. Het dorp is dan eigenlijk één grote piste. Het werd rond 1909 nog populairder toen de treinverbinding kwam en de boeren uit Lech zagen al snel dat het ontvangen van gasten lucratiever was dan ’t houden van koeien. Daarom investeerden ze in goede pistes en liften, en in horeca. Toen de Oranjes eind jaren vijftig voor het eerst in Lech op vakantie kwamen, was het er allesbehalve druk. Er konden prachtige tochten gemaakt worden zonder veel mensen tegen te komen. Dat is nu anders… Lech heeft slechts 1.500 inwoners, maar 160 hotels. Toen ik er in de jaren tachtig voor het eerst kwam, waren er nog enkele boeren, maar was het dorp al op toeristen gericht. Inmiddels zijn er in het centrum geen stallen meer met koeien; je ruikt ze in elk geval niet. Op de plekken van de stallen staan nu grote hotels waar je in deze periode al snel 200 euro betaalt voor een kamer ter grootte van een boekenkast. De inwoners van Lech weten wat de Oranjes voor hun dorp hebben betekend. Ze beschermen ze tegen paparazzi en voor de familie is altijd en overal plaats. Prinses Beatrix logeert nog altijd in Gasthof Post, maar koning Willem-Alexander zit liever privé in een chalet van de nakomelingen van Irma en Erich Moosbrugger. Even buiten het centrum, want ook daar is het voor de koning te druk geworden.